Het Nederlandse ‘zorg’- verzekeringsstelsel moet worden gezuiverd. Het moet zo snel mogelijk worden ontdaan van de groeiende schijnzekerheid die het patiënten dan wel gebruikers van zorg biedt.

Ik adviseer u daartoe de uitzending van het wekelijkse ‘discussieprogramma’ Buitenhof van precies een week geleden, zondag 22 december, te (her)bekijken en uw oordeel te bepalen. In het tv-programma vertelt de Amsterdamse internist-oncoloog Hans Martin Otten, met een jarenlange staat van dienst in het letterlijk van de ene op de andere dag opgedoekte Slotervaartziekenhuis, hoe hij en zijn collega’s er getuige van waren dat verzekeringsbedrijven als Zilveren Kruis heel bewust en doelgericht het MC Slotervaart acuut failliet hebben laten gaan. ,,Terwijl ze wísten, maanden van tevoren al, in augustus 2018, dat dit ongunstig zou zijn voor patiënten”, sprak de kankerspecialist.

Op de vraag van gespreksleider Pieter Jan Hagens ‘of er rekening gehouden werd met een faillissement?’, antwoordde Hans Martin Otten: ,,Het was natuurlijk al langere tijd bekend dat er financiële problemen waren. Alleen, er was voorheen gezegd dat áls er een faillissement zou komen, dat er dan een afbouwperiode zou zijn. Die afbouwperiode is er niet geweest. Het is dan ook bizar dat alle ziektekostenverzekeraars. met uitzondering van DSW, dat op deze manier wilden doen: een acuut faillissement. Ze hebben met elkaar aan tafel gezeten en toch voor dit beleid gekozen. Dat betekent dat ze actief wisten dat ze een risico namen met patiënten. En dat als ziektekostenverzekeraars… dat is tamelijk schokkend, vind ik.”

Het voorzetsel zorg klonk immers vertrouwenwekkend, ja bijna ontfermend…

Al eerder in mijn 32-jarige loopbaan als medisch journalist bij De Telegraaf, ik was zo’n beetje halverwege die periode, had ik het flink aan de stok met enkele verzekeraars. Dat was in een tijd dat ze zich zorgverzekeraar begonnen te noemen. Het voorzetsel zorg klonk immers vertrouwenwekkend, ja bijna ontfermend…

In een column had ik namelijk gesuggereerd dat deze bedrijven in werkelijkheid een andere agenda hadden en helemaal niet met het lot van patiënten begaan waren. Nee, ze waren er gewoon ordinair op uit om over de ruggen van de patiënten van Nederland zoveel mogelijk omzet te draaien als ze maar konden, signaleerde ik. Ik waarschuwde ervoor dat uit alle macht moest worden voorkomen dat zíj op de stoel van de dokter zouden gaan zitten, door te bepalen welk medicijn de dokter aan de patiënt moest voorschrijven. Ook hield ik er rekening mee dat zelfs de minister van Gezondheidszorg op den duur in het nauw zou worden gedreven door de verzekeringsmaatschappijen met hun eigen regels, die slechts één belang dienden: niet zozeer het bezuinigen op zorg, maar hun eigen: zoveel mogelijk pecunia vergaren. Hun gebouwen werden intussen groter en luxer, net als de peperduur gestileerde kamers van de topmanagers.

Hoon en woede waren mijn deel. Wekenlang kreeg ik brieven en telefoontjes van woordvoerders van verzekeringsbedrijven (en zelfs een keer van een advocatenkantoor), al dan niet aangereikt door mijn direct aangeschreven hoofdredacteur. Daarin werd verzocht de beweringen van ‘uw medische medewerker’ te nuanceren. Immers, het waren absurde beweringen, oordeelden zij. ‘De verzekeraar zou nooit en te nimmer op de stoel van de voorschrijver, zijnde de arts, gaan zitten…’ Daar zijn we dus niet op ingegaan. De huidige ontwikkelingen laten zien dat daartoe ook geen reden bestond.

Oncoloog Hans Martin Otten vertelde in Buitenhof dat het per direct sluiten van het Slotervaartziekenhuis als een nauwelijks te bevatten klap voor veel kankerpatiënten kwam. ,,Dat was vreselijk. Je moet je voorstellen”, zei hij, ,,dat allerlei patiënten middenin hun chemokuur zitten of juist aan het einde ervan, of daarmee nog moeten beginnen. Zoals een jonge vrouw met borstkanker, die in haar kuren zat, en waarvan we gewoon niet wisten of de kuur van volgende week wel kon doorgaan. Deze mensen zaten al in een tamelijk kwetsbare periode en dan komt zo’n onduidelijkheid bepaald niet ten goede aan hun gemoedsrust… en ook niet die van ons.”

‘Ja, we weten niet of we die scan dan wel vergoed krijgen?’

Dokter Otten gaf nóg een voorbeeld: ,,Een jonge vrouw, ze was net 40 jaar, dikkedarmkanker, uitgezaaide vorm. Al twee jaar was zij bij ons onder behandeling. Er waren tekenen in haar bloed dat haar ziekte verder was gegaan. Dat moet je dan altijd bevestigen met een computerscan, die konden we al niet meer maken op dat moment. Dus, andere collega’s gebeld van omliggende ziekenhuizen en die hebben onderling overlegd met hun directies. Maar: ‘Ja, we weten niet of we die scan dan wel vergoed krijgen?’. De ziektekostenverzekeraar was daar nog niet duidelijk over geweest.”

De verzekeraars verdedigden hun abrupte besluit ten aanzien van het Slotervaartziekenhuis met dat zij niet anders konden. Zij ‘moesten het Slotervaart wel sluiten’. Pieter Jan Hagens citeerde hun antwoord: ‘Wij moeten voorzichtig en verstandig omgaan met de premies die bij ons zijn ingelegd. Wij zagen dat het niet langer kon.’

Klinisch psycholoog Steven Fischer, lid van de medische staf van ‘het Slotervaart’ en hoofd van de afdeling Medische Psychologie, zei in de tv-uitzending dat argument buitengewoon ‘zwak’ te vinden. ,,Dit is een pure juridische wijze van handelen, terwijl ze – de ziektekostenverzekeraars – een zorgplicht hebben, de zorg voor hun patiënten. En de continuïteit van zorg is daarvan een belangrijk element. Wat de verzekeraars gedaan hebben is de continuïteit, de pilaar onder de zorg, wegkappen. Ze hebben een smalle blik gehad op hun verantwoordelijkheid.”

Psycholoog Fischer heeft volkomen gelijk. De handelwijze van de ziektekostenverzekeraars in het Slotervaart-trauma mag dan juridisch gedekt zijn, moreel deugt het van geen kant. Zij hebben het welzijn van patiënten geschaad, het medisch en verpleegkundig personeel aan de kant geschopt, en alleen maar aan hun eigen belangen gedacht. De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft in zijn recente rapport terecht gehakt gemaakt van de verzekeraars, met het Zilveren Kruis in de hoofdrol.