“Onze grootste zorg”, zei de directeur van het verpleeghuis, “is zingeving”.

Zorg voor zingeving

Onlangs had ik een gesprek met de directeur van een verpleegtehuis. Aanleiding was hoe zo’n tehuis haar bewoners het best tegen diefstal kan beschermen.

Al gauw kwamen we ook op andere kwesties. En toen zei ze iets dat ik iemand in haar functie nog nooit zo onomwonden had horen zeggen. “Onze grootste zorg”, zei de directeur, “is zingeving”. Veel ouderen, legde ze uit, worstelen met ingrijpende zingevingsvragen. Zoals het verlies van regie over leven en gezondheid, het gedwongen samenleven met medebewoners, gebrek aan privacy, verlies van rollen die ze eertijds wel hadden, verlies van betekenis voor naasten en samenleving.

Klankbord

Ouderdom is daarnaast ook vaak een periode van  terugkijken op het eigen leven en het beoordelen van jezelf. Het beantwoorden van de vraag hoe goed je het hebt gedaan of juist niet. Niet iedere ouder is daarmee bezig en sommigen zijn ‘al te ver weg’. Maar een aanzienlijk deel worstelt met deze vragen en “wij slagen er onvoldoende in”, zei de directeur, “om daarbij klankbord of gesprekspartner te zijn”. Redenen zijn: verzorgenden zijn er niet voor opgeleid, zijn van een andere generatie en achtergrond, en zien het vaak ook niet als hun taak. En zien ze dat wel, dan is er door de krappe bezetting meestal geen tijd voor.

Toen ik na afloop naar huis reed, probeerde ik me voor te stellen hoe het als 80-90 jarige moet zijn om ’s nachts, alleen op bed liggend, in een huis dat niet het jouwe maar wel je laatste is, en geen idee hoeveel van die nachten er nog komen, door zulke zingevingsvragen bestormd te worden. En daar geen gesprekspartner voor te vinden.

Rekken

Hoeveel bewoners van tehuizen leven inderdaad in zo’n situatie? En hoe velen van de steeds groter wordende groep ouderen die zelfstandig maar alleen moeten wonen gaan onder zulke vragen gebukt? Want een eigen huis is niet per se een ‘zingevendere’ plek. Ik las ooit ergens dat voor 90 procent van de mensen de zin van het leven er in bestaat het te rekken. Ik weet niet of dat percentage klopt, maar wel dat vanaf een bepaald moment het rekken zelf zijn zin verliest.

Dat geldt bijvoorbeeld  voor een familielid van mij die, stokoud en gehandicapt, in een verpleegtehuis verblijft en al jaren uitspreekt dat ze dood wil. En al jaren proberen we haar dan af te leiden. Dat lukt regelmatig ook. Maar haar voor langere tijd wegleiden van dat verlangen, dat lukt niet. Blijkbaar valt er soms gewoon niet langer duurzaam zin te geven. Ik denk weleens dat we het daarom bij de discussie over ouderenzorg voornamelijk over praktische zaken hebben. Want die andere zorg, de zorg voor zingeving, gaat ons veel moeilijker af.

Ik probeerde me voor te stellen hoe het als 80-90 jarige moet zijn om ’s nachts, alleen op bed liggend, in een huis dat niet het jouwe maar wel je laatste is, en geen idee hoeveel van die nachten er nog komen, door zingevingsvragen bestormd te worden.

  • Over de columnist: René F.W. Diekstra is emeritus-hoogleraar psychologie, lector jeugd en opvoeding en een van de richtinggevende specialisten in toegepaste psychologie ten behoeve van suïcidepreventie, mentale gezondheid, persoonlijke en relationele ontplooiing en talentontwikkeling. Als WHO-senior-scientist is hij nauw betrokken bij de Skills-for-Life programma’s. Diekstra is ook auteur van ruim 500 publicaties in internationale wetenschappelijke boeken en tijdschriften, waaronder ‘Depression and Suicide in late life’. Ook schreef hij publieksboeken, zoals ‘Als Leven Pijn Doet. Weerbaar en waardig omgaan met de verliezen in je leven’, ‘Ik kan denken/voelen wat ik wil’ (druk-30) en ‘In gesprek met je ouders’ (verscheen eind 2020).

Lees ook van René Diekstra op meerovermedisch.nl: