Wittebroodsweken in de traumazorg
Al bijna 25 jaar geef ik trainingen in collegiale ondersteuning en ‘peer support’ aan professionals in de zorg. Daarbij leer ik hen een luisterend oor en een stevige schouder te zijn voor zorgverleners die steun nodig hebben na bijvoorbeeld een medisch incident of een calamiteit.
Dat begon allemaal in 1995 na het verschijnen van mijn boek Traumatische ervaringen in de zorg. Als je beroep een nachtmerrie wordt. Het is nu bijna niet meer voorstelbaar, maar met dit thema had het boek in feite een wereldprimeur.
Nergens ter wereld was er tot die tijd in zorginstellingen aandacht voor het mentale welbevinden van artsen en verpleegkundigen, die tijdens hun werk te maken kregen met zeer ingrijpende gebeurtenissen. Achteraf bezien heel vreemd, want van oudsher hebben genoemde beroepsgroepen tijdens het werk blootgestaan aan traumatische ervaringen.
Florence Nightingale
De bekendste verpleegkundige aller tijden, Florence Nightingale (1820-1910), is er een voorbeeld van. Ze ontwikkelde zelfs een posttraumatische stressstoornis. Nadat ze van de Krimoorlog weer in Engeland was teruggekeerd, kwam ze met behulp van de nieuwste statistische berekeningen tot de onthutsende ontdekking dat ze vierduizend soldaten de dood had ingejaagd. Door zieke en gewonde soldaten sámen te brengen en te verplegen in een smerig veldhospitaal, stierven velen aan infecties die ze aldaar hadden opgelopen.
Na haar ontdekking werd Florence gekweld door enorme schuldgevoelens. (Haar hele verdere leven zou ze blijven ageren tegen ziekenhuizen: mensen zouden er alleen maar zieker worden.)
Gelukkig is er in de voorbije vijfentwintig jaar het nodige ten goede veranderd. En in deze tijden van corona zijn er helemaal geen zorginstellingen meer die niet beseffen hoe belangrijk het is de fysieke en mentale gezondheid van hun zorgpersoneel te koesteren. Raden van bestuur en directies zien en horen nu dagelijks aan welke vreselijke beelden hun medewerkers bloot staan en met welke dilemma’s ze worden geconfronteerd.
Eenzaam sterven
In ziekenhuizen moeten artsen nu al soms moeilijke keuzes maken: wie wel en niet te behandelen? En verpleegkundigen moeten toezien hoe patiënten in eenzaamheid sterven. In verpleeghuizen worstelt het personeel er vreselijk mee dat familiebezoek niet meer is toegestaan en dat patiënten met dementie niet begrijpen dat er geen bezoek komt en dat ze soms noodgedwongen opgesloten moeten worden op hun kamer.
Zo hoorde ik onlangs van een verpleegkundige dat een oudere bewoner met dementie in hongerstaking ging omdat hij geen familiebezoek meer kreeg. De man begon weer te eten toen het bezoek, noodgedwongen en bij hoge uitzondering, oogluikend werd toegestaan. En medewerkers van instellingen voor verstandelijk gehandicapten vertellen me dat bewoners of cliënten helemaal uit hun doen zijn nu ze uit hun ritme zijn gehaald doordat dagbestedingsactiviteiten zijn gestopt. Medewerkers krijgen daardoor steeds vaker te maken met agressie van bewoners die hun frustraties op hen af reageren. Medewerkers van ggz-instellingen zitten met hun handen in het haar dat ze hun cliënten niet meer de noodzakelijke, vertrouwde behandeling kunnen geven en vrezen, door het isolement waartoe de bevolking nu is veroordeeld, tegelijkertijd voor een enorme toename van ernstige psychische stoornissen.
Veel medewerkers van de thuiszorg zijn door het aanhoudende tekort aan beschermingsmiddelen bang om aan het werk te gaan en melden zich om die reden soms ziek. Kortom, het coronavirus stelt professionals in alle zorgbranches voor opgaven waar ze nooit eerder mee te maken kregen.
Goed nieuws
Het goede nieuws is dat medewerkers vaak in zo’n zware periode waar ze tot het uiterste op de proef worden gesteld, naar elkaar groeien en een top van samenhorigheid bereiken waar velen later zelfs met weemoed aan terug zullen denken. Traumadeskundigen noemen het daarom de wittebroodsweken van de traumaperiode. En er is nog meer goed nieuws. De meeste mensen beschikken over zoveel veerkracht dat ze zich zonder professionele hulp ongeschonden ook door de moeilijkste periode heen slaan. Het laatste goede nieuws is dat er nooit meer waardering en erkenning was voor zorgprofessionals dan nu. Dat geeft energie en kracht. Deze erkenning komt nu ook van de eigen leiding en dat is cruciaal voor het mentale welbevinden van het personeel. Want medewerkers die het heel moeilijk hebben, redeneren als volgt. ‘Ik zet me altijd in en zet me in voor mijn baas; nu ik het door het werk en mijn inzet heel moeilijk heb, wil ik dat mijn baas er ook is voor mij.’
Het goede nieuws is dat medewerkers vaak in zo’n zware periode waar ze tot het uiterste op de proef worden gesteld, naar elkaar groeien en een top van samenhorigheid bereiken waar velen later zelfs met weemoed aan terug zullen denken.

Foto: Pixabay