Al bijna twee maanden zijn we thuis. Onze wereld is verkleind tot de woonkamer of de werkkamer. Daar werken we nu en wachten de komst af van het verlossende vaccin. En voor de rest? Wat doet de CoronaBurger met zijn overmaat aan tijd? Op Meer over Medisch laten we haar en hem aan het woord, in persoonlijke vertellingen uit de 1.5-metersamenleving.

BART STOKVIS (55), tandarts, wiens praktijk dezer dagen langzaam opstart na zeven weken gesloten te zijn geweest. Dat vereist heel veel passen en meten en dan nog draait de praktijk op halve kracht.   

 

Hoe ziet uw normale werkdag eruit?

‘Ik ben eigenaar van een drukke tandartspraktijk met veertien werknemers: vier tandartsen, twee mondhygiënisten, twee preventie-assistenten, vier tandartsassistenten en twee baliemedewerkers, dertien vrouwen en ik als enige man. Iedereen werkt parttime. Met z’n allen draaien we een goedlopende praktijk met 5000 patiënten, tot we zeven weken geleden opeens totaal stil kwamen te liggen. In die weken heb ik drie patiënten behandeld, die het niet meer uithielden van de pijn, maar dat was het dan ook. Officieel mochten we vorige week weer open, maar dat vergde veel voorbereiding, dus zijn 28 april pas gestart, vooral met patiënten, die al lang op de wachtlijst stonden.’

Hoe zagen uw werkdagen er de laatste weken uit?

‘We hebben met z’n allen op halve kracht doorgewerkt, een soort voorjaarsschoonmaak gedaan. Door het jaar heen blijven vaak dingen liggen, die ooit gedaan moeten worden, die to-do-lijstjes  hebben we nu weggewerkt. Zelf ben ik elke dag op het werk geweest, druk bezig met de toekomst: hoe maak je je praktijk corona-proof? Dat vergt bij ons extra veel inspanning, want een tandarts is iemand die uit hoofde van zijn vak geen afstand houdt. Hoe ga je dat veilig regelen? Voor mij dus geen onverwachte vrije tijd in de tuin, maar veel passen en meten aan de hand van de plannen van onze zorgkoepels. Verder veel mailen en bellen met patiënten, die wilden weten hoe ze met hun klachten moesten omgaan. Dat kwam neer op veel extra pijnstilling, maar ook geruststelling. Via een video-verbinding keek ik in hun mond, vaak kon ik zeggen: ,,Maak je geen zorgen, dat ziet er niet ernstig uit, neem maar een extra paracetamol”. Dat stelt mensen toch gerust. Ik heb nog een oude moeder van 84 jaar, die gezond is en het gelukkig nog heel goed zelf kan – en wil-  redden. Natuurlijk heb ik haar af en toe van een afstand gesproken, maar vooral toegezwaaid. Mijn vrouw, die bij de omroep werkt en twee studerende kinderen, werken allemaal van huis uit. Als ik dan om half vijf thuis kwam, kon ik ze van een lekker drankje voorzien.’

Mensen met gezondheidsproblemen ontvangen we nog niet. Als iemand een afspraak heeft, moet hij buiten wachten, we willen niet dat mensen elkaar in de wachtkamer tegen het lijf lopen.

Hoe ziet de toekomst in uw werk eruit? ‘

Volstrekt anders dan tot nu toe. Ik schat dat we nog een hele tijd op 40 procent van onze normale capaciteit zullen draaien. Het idee dat dat lang zal duren, geeft wel stress. Volgens mij kunnen we pas terug naar normaal, als er een vaccin tegen corona is.  We zijn dus gedwongen heel rustig begonnen met de meest urgente patiënten, die vooraf een uitgebreide screening hebben gehad. Telefonisch hebben we naar hun gezondheid gevraagd. Mensen met gezondheidsproblemen ontvangen we nog niet. Als iemand een afspraak heeft, moet hij buiten wachten, we willen niet dat mensen elkaar in de wachtkamer tegen het lijf lopen. In die wachtkamer liggen nu geen bladen of speelgoed voor de kinderen en de wc is afgesloten. Bij binnenkomst eerst handen desinfecteren. We werken strikt op tijd, per patiënt een afspraak van een uur. Stel dat mijn eerste patiënt om 8 uur komt, dan is de volgende bij mijn collega pas om tien over acht welkom, we maken er een soort treintje van. Ik zie er anders uit, draag een mondkapje, een spatbril en daaroverheen nog een zogenaamd faceshield. Verder een beschermend schort en handschoenen. Vóór de behandeling spoelt de patiënt zijn mond met een ontsmettend middel, waarna een soort hoesje in de mond wordt gelegd, waaruit alleen de te behandelen kies of tand steekt. Vooralsnog doen we geen gewone controles, die moeten helaas even wachten.’

Hoe ziet de financiële situatie eruit? 

‘Belazerd. Zeven weken nul inkomsten namelijk. Al m’n werknemers worden gelukkig doorbetaald uit de NOW-regeling, de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid. Mijn eigen inkomen haal ik uit m’n pensioenpot. Vooralsnog werken we, zoals gezegd, op 40 procent van onze normale capaciteit. Ik heb hulp bij verzekeraars aangevraagd om de teruggang in inkomen, die 100 procent was, te compenseren. Verzekeraars ontvangen immers elke maand premie van onze patiënten. Heb nog niet gehoord of ik daarvoor in aanmerking kom. Dat geeft allemaal stress in de praktijk. Als de situatie zo blijft, moeten de verzekeraars echt over de brug komen, stoppen is geen optie. Daarvoor zijn er veel te weinig tandartsen in Nederland.’

Wat is het eerste dat u gaat doen na de lockdown?

‘Een potje tennissen en daarna naar de kroeg.’

Cisca Dresselhuys