Jan van der Borden was tot 02-02-2020 KNO-arts in het BovenIJ ziekenhuis in Amsterdam-Noord. Een datum om afscheid te nemen van 31 jaar KNO-arts-zijn was al in 2016 bedacht vanwege het cijferpalindroom. Naast KNO-arts is Van der Borden eigenaar van Miocrates dat voor zorgprofessionals websites bouwt, zoals voor de Nederlandse KNO-vereniging waarvan hij erelid is. Op dit moment bouwt hij neus.nu uit tot hét platform voor de neus. Zijn hobby is onder meer de historie van de Nederlandse KNO-heelkunde blootleggen, daarvoor is nu alle tijd.

De gestroomlijnde praktijk van menig orthodontist ziet er altijd even verzorgd uit. Glanzend en schoon.

Verdient het gebit geen privacy?

Vorige week ging ik met mijn dochter mee naar de orthodontist. Ook al is zij volwassenen, een beetje ‘medische steun’ is altijd handig.

Mij vielen twee zaken op: 1. de orthodontist zag haar patiënt niet meer liggen toen ik mee mocht luisteren naar haar uitleg en legde alles aan mij uit in plaats van aan mijn dochter, over haar hoofd heen dus. Niet goed, maar mijn dochter kon natuurlijk wel meeluisteren en buiten aangekomen, bleek dat we allebei hetzelfde hadden onthouden: dit gaat veel geld kosten.

Keukenkastjes

De gestroomlijnde praktijk van menig orthodontist ziet er altijd even verzorgd uit. Glanzend en schoon en omdat de patiënten amper kunnen praten met al het instrumentarium in hun mond, is privacy niet nodig, want welk belangrijk gesprek wordt er nu eenmaal gevoerd?

Om die reden staan in de grote praktijkruimte meerdere behandelstoelen met daarnaast behandelunits (zeg maar keukenkastjes gevuld met glimmend staal). Op die manier zijn er verschillende compartimenten gecreëerd. Een muurtje tussen deze compartimenten kost geld en zou met name belemmerend werken voor de van de ene naar de andere patiënt lopende orthodontist. Het geheel heeft vast te maken met het verdienmodel van een orthodontistenpraktijk, want de totale omzet kan zo geoptimaliseerd worden. Punt 2 dus.

Wilhelmina Gasthuis

Hoe anders is dat in de geneeskundige praktijk. Dat kan ik goed demonstreren aan de hand van mijn ervaringen als juniorassistent KNO in 1979 in het voormalige Wilhelmina Gasthuis te Amsterdam. De barak van vlak na de oorlog was nog steeds in gebruik als poliklinische behandelruimte en u raadt het al: de grote ruimte was door middel van gordijnen in tien behandelplekken verdeeld. Het kwam regelmatig voor dat de ene behandelplek kon ‘meegenieten’ van de andere tijdens de anamnese, omdat daar een slechthorende patiënt zat. Op zich wel komisch en in die tijd geaccepteerd, maar niet praktisch.

Eén anekdote kan ik u niet onthouden. Bij een mogelijk dove patiënt moest de Báránytest worden uitgevoerd. Hierbij wordt een lawaaiwekker (Bárány-trommel) in het goed horende oor gezet, dat daarmee slechthorend wordt gemaakt. Als de Báránywekker zijn 80 decibel lawaai maakte en dat oor dus uitschakelde, werd vlak bij de andere oorschelp zeer luid ‘Amsterdam’ geschreeuwd. Als een patiënt dat niet hoorde, dan was patiënt Báránydoof aan het aangeschreeuwde oor.

Uiteraard ontstond er hilariteit als in de gemeenschappelijk ruimte ‘Paramaribo’ werd geschreeuwd.

Privacy

Het was duidelijk dat privacy noodzakelijk was en die werd bij de verhuizing van het Wilhelmina Gasthuis naar het AMC in 1982 verkregen. De toenmalige opleider en kwartiermaker voor de KNO-heelkunde wist handig de tien door gordijnen gescheiden ‘ruimtes’ door te laten gaan tot tien ommuurde ruimtes en zo ontstond een mooie polikliniek met tien echte spreekkamers in het AMC. Mijn opleiding tot KNO-arts kon daar in 1985 beginnen.

Er is in de afgelopen jaren veel veranderd op het gebied van privacy. Vaak wordt de AVG, de Algemene verordening gegevensbescherming, door werkers in de gezondheidszorg lastig gevonden, bijvoorbeeld bij wetenschappelijk onderzoek. Dit, omdat het benaderen van een potentiële onderzoeksgroep niet gemakkelijk is. Ook tijdens de Covid-19-pandemie bleek de wetgeving rondom privacy een lastige, denk maar aan de CoronaMelder. De boetes voor schenden van privacyregels zijn hoog en ziekenhuizen zijn er beducht voor.

Anekdote

Het zal nodig zijn een balans te vinden tussen te streng en te slap beleid, maar met mijn anekdote in het achterhoofd is het wel duidelijk dat je sommige zaken anno 2021 niet meer zou moeten tegenkomen. Is het eigenlijk niet onbegrijpelijk dat orthodontisten nog wel mogen werken in één grote ruimte met meerdere behandelstoelen? En niet eens gescheiden door gordijnen of doorzichtige schotten. Verdient het gebit geen privacy?