Op het uiterste randje van het Flevolandse treinperron wankelt een man. Ver voorbij de gele streep lijkt de eind-dertiger steeds opnieuw zijn evenwicht te verliezen. Toch vindt hij keer op keer zijn balans en buldert het dan uit van het lachen, daarbij brutaal-pesterig kijkend naar de treinreizigers aan de overkant.
‘Whoehahahahaha’ – ,,Ik ben Superrr…Mannn….!”
Voortdurend veert hij richting de glimmende stalen rails beneden hem – en buigt, op raadselachtige wijze, weer terug. Daarbij kamt hij zijn zwarte haar, in een onmiskenbare Elvis-vetkuif – met beide handen zijn stilettokammetje naar de rechter- en de linkerkant van zijn hoofd zwaaiend.
Juist op tijd is hij weer weg als de machinist van een aanstormende trein langdurig claxonneert. De passagiers op het perron houden hun hart vast bij het zien van dit bizarre schouwspel.
Niemand durft in te grijpen in dit ijzingwekkende spel met de dood. De man is angstaanjagend, alleen al door zijn verwilderde blik, onverzorgd – op zijn haren na – en stoot satanische klanken uit.
Wat moet je met zo’n situatie? Een van de wachtenden op het perron keert zich af en belt ‘112’. Terecht. De scene is niet alleen adem afsnijdend voor sommige treinreizigers, maar vooral voor de machinist van de intercity die met donderend geraas langsrijdt en in een fractie van een seconde de vreemde perronganger had kunnen verpletteren. Om nog maar niet te spreken over de werkzaamheden van het bergingsteam van de Nederlandse Spoorwegen, die de verdere dag treinverkeer op dit tracé onmogelijk hadden gemaakt.
Niemand wacht op de komst van de politie. Ik stap een sprinter binnen. Geniet daar slechts kort van de rust die daar heerst in de 1e klas. Want ineens hoor ik geschreeuw en gevloek in de verte. Iemand loopt alles en iedereen uit te schelden. De tirade komt snel dichterbij en blijkt afkomstig van een oververhitte figuur die door het gangpad snelt en aan de lopende band hardop in zichzelf praat, vloekt en boos, maar verdwaasd, sommige reizigers aankijkt. Hij verstoort het klimaat, maar oogt redelijk ongevaarlijk.
Een kleine groep van 69 personen veroorzaakte in 2017 een groot deel (36,6 procent) van alle meldingen over hinderlijk of bedreigend gedrag in Flevoland. Dat blijkt uit zojuist, eind 2019, verschenen onderzoek door het bureau Care2Research, in opdracht van de GGD Flevoland. Aanleiding tot de studie is het toenemend aantal politiemeldingen over personen die verward gedrag vertonen. De onderzoekers keken naar achtergrond en mogelijke oorzaken van hun gedragingen.
,,Nooit meer rust, altijd bang”
,,De meeste mensen doen doet dit af als pure GGz-problematiek. Maar dat is lang niet altijd het geval”, zegt onderzoeker dr. Marjolein Poels. ,,Bij deze specifieke personen, die verward lijken, blijkt dikwijls sprake van een combinatie van problemen: recente veroordeling, dakloosheid, verslaving en een (licht)verstandelijke beperking.” En ze definieert: ,,Bij 60 procent van alle personen is inderdaad sprake van een psychiatrische stoornis, bij 23 procent van alle personen betreft dit alléén een psychiatrische stoornis en bij 37 procent een combinatie van psychiatrie en andere problemen.”
De onderzoekers voorzien een drastische toename van de overlast, niet alleen in stadscentra maar ook in perifere woonwijken. Ze spraken met bewoners uit Flevoland, die vlak naast of nabij dergelijke onrustplegers wonen en die ,,nooit meer rust” zeiden te hebben, altijd op hun hoede moesten zijn voor de onberekenbare buurman of buurvrouw. Altijd bang voor wat er zou kunnen gebeuren – en dat alleen al is een is zorgwekkende aantasting van hun dagelijkse rust in de wijk.