Bram Bakker is een van de bekendste en opvallendste psychiaters van Nederland. Hij werd opgeleid in de psychiatrie in de Valeriuskliniek en het VU medisch centrum in Amsterdam, promoveerde in 2000 op angstaanvallen en ging datzelfde jaar aan de slag als psychiater in het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis. Naast het behandelen van patiënten publiceerde hij artikelen en boeken en werd uitgever. Inmiddels is hij medisch directeur van Spoor6, behandelcentrum voor verslavingszorg in Bussum.

Het meest schokkend vond ik de hoeveelheid medicatie die veel mensen blijken te slikken.

Pijnbestrijding

Sinds enkele weken ben ik als psychiater betrokken bij de behandeling van pijnpatiënten. Twee anesthesiologen zijn in Velsen Noord (of all places) een eigen instelling begonnen, waarbij hun drijfveer de enige juiste was: mensen met pijn proberen te bieden wat goed voor ze is, met ze meedenken en zoveel mogelijk maatwerk leveren.

Het zijn zonder uitzondering complexe ziektegeschiedenissen waar ik mee word geconfronteerd. Je ziet veel terug van wat je als dokter al weet, maar wat je ook altijd zo gemakkelijk weer vergeet. Dat er vaak een discrepantie is tussen de ernst van de klachten en de objectiveerbare afwijkingen bijvoorbeeld: weinig te zien bij beeldvormend onderzoek en toch zeer ernstige klachten, maar ook het omgekeerde: als je naar de plaatjes kijkt valt het nog mee hoeveel last iemand heeft.

Klassieker

Een andere klassieker is hier ook eerder regel dan uitzondering: het is altijd ook psychologisch, zo’n pijnstoornis. Hoe mensen dealen met hun pijn is van zeer grote invloed op de kwaliteit van hun leven. Laat je je weerhouden door je klachten of probeer je ze volledig te negeren? Allebei niet handig natuurlijk. Veel mensen hebben ook een psychische stoornis, zoals een depressie of een angststoornis. En niet zelden kijk je tegen een kip-eivraagstuk aan: was er eerst een psychisch probleem en toen de pijnklachten, of andersom? Waarbij de vraag natuurlijk ook nog is of dat er toe doet in de behandeling. Vaak is het doorbreken van een vicieuze cirkel het hoogste doel, en de manier waarop doet er dan minder toe.

Schokkend

Het meest schokkend vond ik de hoeveelheid medicatie die veel mensen blijken te slikken. De gemiddelde psychiatrische patiënt slikt minder in ieder geval. Klassieke cocktail: een opiaat, een antidepressivum, een benzodiazepine en een anti-epilepticum als gabapentine. Anti-epileptica worden meer voor andere indicaties dan epilepsie gebruikt, is mijn indruk. Als stemmingsstabilisator en als middel tegen pijn onder meer. Het feit dat mensen zich voor behandeling melden terwijl ze al heel veel medicatie slikken suggereert dat pillen de problemen vaak tekort schieten. En toch blijven goedwillende dokters maar voorschrijven. Niet zelden met complicaties die ze niet hadden voorzien: de verslaving aan pijnstillers is een groeiend probleem.

Generalistisch

Hoe mooi zou het zijn als we de niet-medicamenteuze behandelopties wat eerder in het traject zouden aanbieden? Beweegprogramma’s, cryotherapie of infusies met ketamine zijn bruikbare alternatieven. Maar dan heb je wel dokters nodig die dit durven in te zetten, en die niet bij voorkeur kiezen voor het receptenblok.

Wat ook zou helpen is een meer generalistische kijk naar het probleem van de man of vrouw voor je: bijna altijd spelen de gezondheidsklachten ook op de terreinen waar andere specialisten over gaan…

Bram Bakker: ‘Hoe mooi zou het zijn als we de niet-medicamenteuze behandelopties wat eerder in het traject zouden aanbieden?’ Foto: Michael Jarmoluk/PIXABAY