Daar was ‘ie dan toch nog: de corona-besmetting!

Foto: Alexandra Koch/Pixabay

Ongure zaken…

En toen kreeg ik toch nog corona. Bijna drie jaar hadden we deze ziekte buiten de deur gehouden, dankzij prikken, mondkapjes, handen wassen, afstand houden en thuisblijven, maar daar was ‘ie dan toch nog.

We waren onderweg naar een jarige zus in het zuiden des lands. Ontspannen in de eerste klas van de trein op een rustige zondagmiddag, tas met cadeautjes bij ons.

Opeens het geluid van een app: bericht van een jonge collega, met wie ik een podcast maak. Twee dagen tevoren waren we samen aan de slag geweest, waarbij ik een paar uur met hem in de auto had gezeten. ‘Vervelend bericht’, app’te hij, ‘maar ik had vanochtend een positieve coronatest’.

Broos

Daar zaten we dan, mijn man en ik, op perron Utrecht, net van plan over te stappen in de trein naar Eindhoven. Ik voelde me prima, niets aan de hand, maar ja, om nu zomaar door te reizen naar mijn zus, die halverwege de tachtig is en broos van gezondheid, dat leek me niet verstandig.

Dus naar AH To Go met de vraag of ze daar zelftesten verkochten. Nee, helaas. Daarna met dezelfde vraag naar binnen bij de Etos en ja hoor, daar kon ik een doosje kopen. Toen in een donker hoekje van de Starbucks de wattenstaaf in de neusgaten gestopt en geklungel met het buisje, waarin de wattenstaaf in vloeistof moet worden gedoopt. Mijn man, handiger in dit soort zaken, verrichtte de noodzakelijke handelingen. Al met al zagen we er uit als een paar drugshandelaren, druk bezig met ongure zaken.

Omdat de trein naar het zuiden op vertrekken stond en ik de uitkomst van de test nog niet wist, stapten we toch maar in.

We reden net, toen mijn man, met somber gezicht aankondigde dat de test positief was. Wat nu? Aan de noodrem trekken en uitstappen, leek wel erg rigoureus. Dus doorreizen naar Den Bosch, daar mijn zus bellen en terug naar huis.

Maarten

Inmiddels hadden onze foute testen een heel circus opgestart, want bij de podcast, waar ik mogelijk besmet was geraakt, was nog een aantal mensen betrokken. Medepresentator Jan Slagter, die al een paar jaar heel streng alle corona-maatregelen in zijn bedrijf doorvoert, maar ook onze gast schrijver Maarten ’t Hart, voor wie wij speciaal naar diens woonplaats waren gereisd, vanwege zijn broze gezondheid.

Er zat niets anders op dan iedereen te waarschuwen. Van Jan Slagter, ruimschoots voorzien van zelftesten, kreeg ik na een paar minuten het bericht, voorzien van foto, dat zijn test negatief was. Maarten ‘t Hart reageerde in eerste instantie niet op onze telefoontjes, dus dat bleef nog ongewis, Gelukkig meldde hij dezelfde avond, dat hij niet besmet was.

De volgende ochtend testte mijn man positief, waarna wij – in makkelijke, maar oncharmante huispakken- vijf dagen gammel op de bank hingen. Verkouden, spierpijn, maar geen koorts of blafhoest.

Inderdaad: het was maar een griepje, zoals de corona-ontkenners steeds zeggen.  Maar dat het daarbij bleef, was vast en zeker te danken aan de serie prikken, die we de afgelopen jaren gehad hebben.

Toen in een donker hoekje de wattenstaaf in de neusgaten moest worden gestopt, en ons geklungel met een buisje, zagen we er uit als een paar drugshandelaren, druk bezig met ongure zaken.

  • Over de columnist: Cisca Dresselhuys (1943, Leeuwarden) behoeft nauwelijks introductie: hoewel haar journalistieke loopbaan bij het dagblad Trouw begon, verwierf zij landelijke bekendheid als hoofdredactrice van het feministisch maandblad Opzij (1981-2008). In haar eerste pensioenjaren schreef zij onder meer het boek ‘Drukker dan ooit’ (2011), en maakt nu columns en interviews voor verschillende tijdschriften