Minder over medisch…
Het is natuurlijk vloeken in de kerk om juist op deze plaats te beweren dat er in de media te veel aandacht is voor gezondheid en ziekte. Je kunt geen krant open slaan of er staat wel een artikel in over de laatste stand van zaken op het gebied van kanker- , diabetes -, reuma – of alzheimeronderzoek. Wetenschappers vertellen over nieuwe operaties of medicijnen, waarbij de laatste zin vaak bestaat uit de woorden: “Maar in het beste geval kan dit medicijn of deze nieuwe aanpak pas over vijf jaar toegepast worden, want er is nog meer onderzoek nodig”. Ook op de televisie word je doodgegooid met medische programma’s, waarin ‘dokters van de toekomst’ vertellen wat er binnenkort allemaal mogelijk is.
Behalve de ‘normale’ artikelen over ziekte en gezondheid, hebben kranten ook nog speciale bijlagen over allerlei kwalen. Onlangs viel er uit mijn krant weer zo’n ding, ditmaal over diabetes. Die bijlagen worden niet door de krantenredacties zelf gemaakt, die komen van bureau’s die zich specialiseren in dit soort berichtgeving.
Een medisch redacteur van een krant vertelde mij, dat hij niet zo blij is met deze bijlagen, die bij de doorsnee-lezer toch de indruk wekken, dat ze door de krant zelf gemaakt worden, ondanks het regeltje dat ‘deze bijlage niet onder de redactionele verantwoordelijkheid valt’. Waarom kranten ze bijsluiten? Ordinair: voor het geld, want er wordt voor betaald, net zoals voor advertenties.
Nu weet ik best dat ik een uitzondering ben in mijn tegenzin om geconfronteerd te worden met alle kwalen, die je als mens boven het hoofd kunnen hangen. ‘Struisvogel’, ‘angsthaas’, ‘kop in het zand-steker’, ‘waarheid-ontkenner’- ik ken alle benamingen die op mij van toepassing zijn. Maar eerlijk gezegd vind ik mijn tegenzin gezonder dan de obsessie die een van mijn zussen heeft met alles wat te maken heeft met lijf & leden. Die zou het liefst op vakantie gaan naar een ziekenhuis, als toerist dan. Ook heb ik een vriend, die elk jaar een prescan laat maken en mij dan blij vertelt, dat hij weer gezond verklaard is. Alsof hij niet één minuut daarna een hersenbloeding kan krijgen.
Ik pleit voor de zienswijze van oud-minister Karla Peijs (75), die onlangs in een interview vertelde, dat zij haar wel degelijk aanwezige lichamelijke trammelant slechts zeer beperkt tot onderwerp van gesprek maakt. ‘Elkaar na een doktersbezoek even vertellen wat er gezegd is, wat er moet gebeuren en daarna over naar het dagelijkse leven’. Oud-VNO-voorman Bernard Wientjes (76) houdt zich, blijkens een interview, nog minder bezig met z’n lijfelijke wel en wee. ‘Ik zie nooit een dokter, laat noch m’n bloeddruk, noch m’n cholesterol of PSA-waarden meten, veertig jaar geleden ben ik voor het laatst gekeurd, omdat het moest voor een levensverzekering. Een goede vriend, die huisarts is, zei eens tegen me: “Als je maar niet rookt en goed slaapt, zit het wel goed.” Beide doe ik’.
Dus, dames en heren en heren van de media: mag het een onsje minder zijn?
Bernard Wientjes (oud-VNO-voorman) zei me: ‘Ik zie nooit een dokter, laat noch m’n bloeddruk, noch m’n cholesterol of PSA-waarden meten, veertig jaar geleden ben ik voor het laatst gekeurd’.