Mannen, vrouwen & de griepprik
Net terugkomend van de jaarlijkse griepprik, bedacht ik hoe verschillend mannen en vrouwen dit aanpakken. Mijn man en ik hebben, toevallig, niet dezelfde huisarts – hij heeft een vrouwelijke, ik een man. Op grond van de uitnodigingen die bij ons op de mat vielen, was me opgevallen hoe verschillend de seksen het probleem van de griepprik – in coronatijd – aanpakken.
De vrouw: heel precies, met een regeling voor alle mogelijk opdoemende vragen en problemen, de man: meer van het grote gebaar.
Leegstaande kerk
De huisarts van mijn man had een leegstaande kerk afgehuurd, waar alle oudere patiënten gemakkelijk op afstand van elkaar geprikt konden worden, nadat ze buiten wel een tijdje in de rij hadden moeten staan. De vrouwelijke arts doet het in de eigen bescheiden praktijkruimte, maar heeft daar zo’n scala van regels aan verbonden, dat het moet lukken het prikken goed, probleemloos en zonder wachttijd te laten verlopen. Zo zijn de oudere patiënten daar verdeeld in alfabetisch samengestelde groepjes, waarbij elk groepje een bepaald tijdslot heeft. Duo’s die met de auto komen, kunnen in de auto geprikt worden, daartoe steekt de bestuurder z’n linkerarm door het raam naar buiten, de passagier de rechterarm. De priksters (het zijn altijd vrouwen, die voor dit karweitje worden ingehuurd) lopen langs de auto’s.
Dor hout
Een complicatie dit jaar is dat zeventigers een tweede prik krijgen, de pneumokokkenprik, die hen moet beschermen tegen longontsteking. Je kunt niet ontkennen dat er in ons land prima voor het ‘dorre hout’ wordt gezorgd.
Mensen die twee prikken moeten hebben, moeten de auto uit, want de tweede prik moet in de andere arm gegeven worden. Maar voor hen heeft de vrouwelijke huisarts op de uitnodiging precies vermeld ( inclusief plattegrond) hoe te rijden, waar te parkeren en hoe dan de praktijkruimte gevaarloos te betreden. Ook heeft ze niet vergeten te melden dat een mondkapje verplicht is, wat de mannelijke arts heeft nagelaten, terwijl dat kapje toch écht voorgeschreven is. Gelukkig waren alle ouderen, die ik in de kerk tegenkwam, zelf zo slim geweest om daar aan te denken.
Warme truien
Beide artsen hadden op de uitnodiging vermeld, waar je moest zijn voor méér informatie. De dame had een eigen uitgebreide site opgetuigd, de man verwees gemakshalve naar de site van het RIVM. Wèl hadden beiden keurig vermeld, dat het aanbeveling verdiende kleding te dragen, die de bovenarmen makkelijk toegankelijk maakt voor de priksters. Maar daar ging het mis. Om mij heen zag ik mannen in lekkere, warme truien in tegenstelling tot vrouwen, die gehoorzaam een T-shirt met korte mouw of een hemdje droegen. Dat werd, eenmaal ter plekke, dus sjorren en trekken voor de heren.
Ach ja, mannen, altijd goed in de grote lijnen, maar slecht in de details.
Je kunt niet ontkennen dat er in ons land prima voor het ‘dorre hout’ wordt gezorgd.
Foto: Vesna Harni/PIXABAY