Even voorstellen: Ivan Wolffers is schrijver, arts en emeritus hoogleraar. Hij combineert al tientallen jaren zijn liefde voor de wetenschap met zijn liefde voor de literatuur. Hij studeerde geneeskunde aan de Universiteit van Utrecht. In de jaren zeventig zette hij, met studiegenoten, de eerste gezondheidswinkels op. Ook schreef hij medische handboeken en werd hoogleraar Gezondheidszorg in ontwikkelingslanden. Wolffers schreef romans, kinderboeken, medische voorlichtingsboeken en wetenschappelijke literatuur. Zijn meeste recente boek: ‘Overleven (2019)’. Zie ook: www.ivanwolffers.nl

 

Kudde-immuniteit?

Het is als een experiment dat we ‘live’ kunnen volgen. Zal het lukken of niet? De kennis opgedaan met griepepidemieën telt hier niet. COVID-19 is zó anders.

Het nieuwe woord is eruit: herd immunity, in het Nederlands kudde-immuniteit. Met een plechtig gezicht kondigde onze minister-president het aan. We gaan voor strategie-1 van drie mogelijke manieren om de uitbraak van COVID-19 aan te pakken. We gokken erop dat er in onze samenleving kudde-immuniteit ontstaat – door de individueel verkregen immuniteit van gezonde jonge mensen die geïnfecteerd worden. En we sparen daarmee de ouderen en mensen met zwakke weerstand zoveel mogelijk – door hen in hun eentje thuis te laten zitten. ‘Zo blijft de infectie beperkt, omdat die bij een aanzienlijk deel van die mensen met een zwakker immuunsysteem nu eenmaal stevig in kan hakken’.

Wildebeesten en krokodillen

Mark Rutte beschreef het proces zeer beeldend. De jonge sterke dieren gaan rond de kudde staan om de zwakkeren te verdedigen. Ik zie daarbij de filmpjes voor me van de Afrikaanse savannen. De wildebeesten vormen een cirkel tegen aan de ene kant de krokodillen die in de rivier op de loer liggen en anderzijds tegen de leeuwinnen die op jacht zijn en de zwakste uit de kudde zoeken en te pakken willen nemen.

Sorry, maar als dit dan de Jip en Janneke-taal is waarmee we moeten begrijpen wat er met die gekozen strategie gebeurt, dan is dat wel erg misleidend. Het begrip herd immunity komt uit de wereld van de vaccinatie van bevolkingen. Er zijn, in zo’n geval, genoeg mensen gevaccineerd om ervoor te zorgen dat de kleine groep, die weigert zich te laten vaccineren, toch relatief veilig is. Onder een bepaald percentage van vaccinatie-coverage is er te weinig herd-vaccinatie. Maar het gaat bij de COVID-19 uitbraak niet om een vaccinatieprogramma, maar om een totale populatie die onbeschermd is, die nog niet in contact is geweest met het virus en die in hoog tempo besmet raakt. We hebben het over het vertragen van de verspreiding van de pandemie op deze manier. Maar zelfs als we er van uitgaan dat de overheid er in slaagt het virus tot een deel van de populatie met lage risico’s te beperken, dan zal het aantal mensen dat spoedeisende hulp nodig heeft omvangrijker zijn dan het aantal bedden dat daarvoor nodig is.

Naar mijn weten zijn er geen onderzoeken gedaan naar een virusinfectie die zo snel om zich heen grijpt en die zulke desastreuze gevolgen heeft voor een deel van de bevolking. Het is als een experiment dat we live kunnen volgen. Zal het lukken of niet? De kennis opgedaan met griepepidemieën telt hier niet. COVID-19 is zo anders.

Streepjes en puntjes

In Nederland wordt er niet zo veel getest als in andere landen, omdat we als onderdelen van een kudde worden beschouwd en streepjes en puntjes zijn in grafieken in wetenschappelijke artikelen. Pas als we kortademig bij de spoedeisende hulp aankomen, met koorts en het snot uit de neus, dan pas worden we getest. Toch zegt de WHO het keer op keer: ‘We moeten niet blind varen en weten wat we doen, en testen, testen, testen!

In zijn toespraak zegt Rutte en passant dat het misschien wel maanden zal duren. Dat zal het zeker wel. In een bijdrage in het gerenommeerde medische vakblad BMJ van vandaag, wordt melding gemaakt van het advies van de adviesraad voor de Britse overheid, Public Health England. Daarin wordt gesteld dat de COVID-19 uitbraak ongeveer een jaar zal duren, dat wil zeggen tot het voorjaar van 2021. Men gaat er uit van een besmettingsgraad van 80 procent. Hoog in vergelijking met de schatting in Nederland: 50 procent. Public Health England schat op basis van gegevens uit andere landen dat 15 procent hulp in het ziekenhuis nodig zal hebben. Dat zal dan voor Nederland ook gelden.

Wat moeten we oog in oog met zulke cijfers met een verhaal over een kudde? We hoeven niet als einddoel een kudde-immuniteit na te streven. Het is een toverwoord, een metafoor om ons gerust te stellen en ons te doen geloven dat we het samen op gaan lossen. Samen in een cirkel en schouders eronder. Dat is het belangrijkste dat er moet gebeuren en daarbij moeten we ons ontdoen van de woorden die in de mode zijn.

Sociale onthouding

Het gaat om sociale onthouding, niets meer en zeker niets minder. Anderhalve meter afstand als je toch naar een winkel moet. Van huis uit werken en wie dat nog niet door heeft zal er toch aan moeten geloven. Werkgevers moeten doorbetalen en er moeten fondsen komen om werkgevers en zzp’ers te steunen. Ja, een jaar lang waarschijnlijk. Geen bijeenkomsten meer, ook niet met het idee dat het jou echt niet zal overkomen. Misschien zelfs niet bij een begrafenis. Snij het contact door met wie je lief zijn, want je weet niet wie het virus bij je brengt en hoop, bid, geloof dat er een werkzaam medicijn of een vaccin ontwikkeld wordt. Daar heb ik nog wel een goed gevoel over, maar ik weet het niet.

En die herd immunity? Ach dat is het woordje van de week. Dat kan wat mij betreft op de vuilnisbelt.

Wat moeten we oog in oog met zulke cijfers met een verhaal over een kudde? Samen in een cirkel en schouders eronder. Dat is het belangrijkste dat er moet gebeuren…!

Giraffen en leeuwen houden elkaar nauwlettend in de gaten op de Savannen van het Etosha National Park in Namibië.  Foto: Andreas Glöckner/Pixabay