Joop, de Facebookschreeuwer

Joop schreeuwt wel twintig minuten lang, zo’n beetje elke 30 seconden: ‘Leugenaar!’ op Facebook. Alleen maar dat: ‘Leugenaar!’ Dan raakt hij kennelijk vermoeid en verlaagt de frequentie naar elke twee of drie minuten met dezelfde ingetikte brul.

Waarom doet Joop dat? ‘Uh… Omdat’ie een leugenaar is.’ Wie? ‘Rutte’. Waarom dan? ‘Omdat ze allemaal leugenaars zijn, Rutte en die ander, met die schoenen.’  Bedoelt hij Hugo de Jonge, de minister van coronazaken? ‘Ja, die… Allemaal leugenaars zijn het.’

Waarom zijn het leugenaars? ‘Omdát dát zó is!’

Rijtjeshuis

Joop intrigeerde me. Niet alleen omdat ik hem reuze hinderlijk vond met dat oever-loze geblèr vanuit de kantlijn tijdens de ingelaste persconferentie van afgelopen vrijdag, waarbij Mark Rutte en Hugo de Jonge ‘de laatste corona-stand van zaken doorgaven (mede namens het RIVM)’, maar ook omdat ik hem ben gaan opzoeken. Op Facebook.

Joops naam stond bij het geschreeuw. En zijn fotootje. Olijk portret. Hij was me al eerder opgevallen tijdens voorgaande persconferenties, die live te volgen zijn op sommige sociale media. Toen ik zijn account opende zag ik foto’s van hoe Joop leeft. Een gemiddelde Nederlandse man. Met een gezin. Met drie kinderen. In een rijtjeshuis.

Volop familietaferelen: Joop ravottend in de tuin met z’n zoontje, een jongetje van een jaar of zes. Joop met een pop van een van zijn dochtertjes. Joop met een knuffelbeer. Joop achter een schaal met lekkere hapjes, met een ‘Oh, wat lekker toch weer!’-gebaar. Joop met een vrolijk gekleurde ballon. Joop die de plantenbakken in de betegelde tuin water geeft. En natuurlijk… Joop met z’n vrouw, aardige vrouw. Joop met z’n ouders, of zijn het z’n schoonouders? En met vrienden achter een potje bier, stoer de schouders ontbloot.

Joop. Tja, Joop. ‘Leugenaar!’, lees ik weer terug. En nog eens: ‘Leugenaar!’

Van slag

Waarom doet Joop dat eigenlijk? ‘Nou, omdat dat zo is’, zegt hij aan de telefoon, als ik contact met hem heb weten te krijgen. Ja, die boodschap ken ik nou wel, Joop!

Joop schrikt, dat ik hem zo maar heb weten te traceren. Via een digitale zoekdienst van telefoonnummers van personen. Hij weet niet goed wat hij met dit telefoontje aan moet, en lijkt warempel een beetje van slag. Ineens worden hem vragen gesteld.

Heb je geluisterd naar wat premier Rutte te vertellen had? ‘Dat hoef ik niet, dat weet ik toch wel. Allemaal leugens. We mogen níets meer.’ Over het coronavirus. ‘Dat bestaat niet!’ Hoe weet je dat? ‘Omdat dat zó is’. Heb je daar onderzoek naar gedaan? ‘Nee, dat zeggen ze…’ Wie zijn ‘ze’? ‘Me vrienden.’

Gebbetje

Waarom schreeuwt hij zo, waarom gaat hij zo tekeer op Facebook? ‘Ik schreeuw niet.’ Maar je brult voortdurend een beschuldiging. ‘Oh dat.’ Ja. ‘Dat doen we allemaal. Me vrienden en ik. Elke keer als Rutte met ze kop op tv komt. En die eikel met die schoenen. Dan gaan wij de boel op stang jagen. Beetje pesten. Gebbetje.’ Is dat afgesproken? ‘Hoe bedoelt u? O, uh ja…’

Beetje stemming maken dus? De zaak ontregelen? Want dat kan het gevolg zijn… ‘Iedereen doet ‘t’. Maar als het straks weer tot een lockdown komt, de economie voor de komende jaren volledig instort omdat de besmettingen zó uit de hand gaan lopen, wat dan? ‘Ja eh, dat weet ik ook niet’. En dat er nóg meer mensen, ook heel veel jonge mensen, ontplooiingskansen mislopen, hun baan verliezen– Joop, jij ook – niet meer op de vrachtwagen…?!

En dán wordt het Joop wellicht een beetje te heet onder de voeten. Hij moet weg. ‘Sorry, ik moet de kinderen van school halen, en daarna nog boodschappen doen, de supermarkt gaat om 5 uur dicht vandaag.’

Dág Joop. ‘Daag!’

Bejegening

Joop, huisvader, echtgenoot, lijkt niet eens de kwaadste. Hij doet wat z’n vrienden doen, hij doet mee, wil erbij horen – het lijkt kopieergedrag. Maar wel onvolwassen en ondoordacht, hij lijkt zich nauwelijks bewust hoe link en ontregelend het ‘gebbetje’ is.

Het taalgebruik op sommige sociale media, ook afkomstig van hoog opgeleiden, verdient hier en daar vervolging. Zeker daar waar Rutte met woorden wordt bestookt die aan de Tweede Wereldoorlog herinneren. Geen mens, geen premier, verdient zo’n bejegening.

Maar als het straks weer tot een lockdown komt, de economie voor de komende jaren volledig instort omdat de besmettingen zó uit de hand gaan lopen, wat dan?

Facebook