Die voorsprong op andere landen zijn we door gebrek aan innovatie kwijtgeraakt, waardoor we nu ergens in de Europese achterhoede bungelen.

Innovatief vaccinatiebeleid maakt Nederland gezonder
Corona heeft onze samenleving heel veel leed berokkend. Maar de pandemie heeft ons ook heel veel geleerd. Een belangrijk voorbeeld daarvan is de enorme waarde van vaccinaties. Dat we steeds meer grip krijgen op het coronavirus komt doordat in no-time effectieve vaccins zijn ontwikkeld, die nu in hoog tempo in bovenarmen terechtkomen.
De snelle ontwikkeling en toepassing van coronavaccins moet wat ons betreft model staan voor een innovatief vaccinatiebeleid. Dankzij vaccins zijn in de afgelopen decennia miljoenen mensen beschermd tegen infectieziekten als polio, difterie, tetanus, kinkhoest en griep. Ooit – rond de eeuwwisseling – was Nederland vaccinland bij uitstek. Maar die voorsprong op andere landen zijn we door gebrek aan innovatie kwijtgeraakt, waardoor we nu ergens in de Europese achterhoede bungelen.
Kat uit de boom
Al in 2013 waarschuwde de Gezondheidsraad dat er gezondheidswinst blijft liggen, doordat nuttige vaccins niet of nauwelijks in Nederland worden ingezet. Nederlanders lopen hierdoor onnodig risico op infecties die makkelijk te voorkomen zijn. Maar met die terechte waarschuwing van de Gezondheidsraad is vrijwel niets gebeurd. Bijna tien jaar later kijkt Nederland nog altijd de kat uit de boom.
Te lang zijn we ervan uitgegaan dat het simpel meesturen van een foldertje voldoende was om de doelgroep te informeren.
Een paar voorbeelden illustreren hoezeer we achterlopen. Nederland had altijd de hoogste vaccinatiegraad tegen griep, maar die voorsprong is tenietgedaan. Te lang zijn we ervan uitgegaan dat het simpel meesturen van een foldertje voldoende was om de doelgroep te informeren. Ook zijn we het enige land in Europa dat de griepprik voor zwangere vrouwen nog niet heeft ingevoerd, terwijl de WHO dat al in 2012 adviseerde.
Achter in Europa
Daarnaast lopen we onmiskenbaar achter in Europa als het gaat om vaccinatie tegen pneumokokken, een infectie die het meest voorkomt bij kinderen onder de vijf en bij ouderen. Voor ouderen is die pneumokokkenprik vorig jaar pas ingevoerd, maar alleen voor de hoogste leeftijden. Ook wordt bij ouderen niet het nieuwste, verbeterde, vaccin gebruikt en bij kinderen een vaccin dat een minder brede dekking geeft dan het pneumokokkenvaccin dat in verreweg de meeste andere landen wordt gebruikt. Het gevolg: onnodige risico’s bij deze doelgroepen, relatief veel pneumokokkenziekte bij kinderen en ernstige complicaties, zoals bloedvergiftiging en hersenvliesontsteking.
Niet alleen door betere vaccins maar ook door vaccinaties toe te voegen aan het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) kunnen we aanzienlijke gezondheidswinst boeken. Hier kan Nederland eveneens een voorbeeld nemen aan andere landen. Neem meningokokken, die net als pneumokokken, ernstige ziekte kunnen veroorzaken. Tegen meningokokkeninfectie zijn goede vaccins beschikbaar, die echter niet volledig zijn opgenomen in het RVP.
Veilige rotavirusvaccins
Ook waar het gaat om vaccinatie tegen het rotavirus lopen wij achter op de meeste ons omringende landen. In Nederland belanden jaarlijks 2500-5000 kinderen onder de vijf jaar met uitdrogingsverschijnselen door rotavirus gastroenteritis in het ziekenhuis, van wie 5-7 aan de ziekte bezwijken. Er zijn effectieve en veilige rotavirusvaccins beschikbaar, maar Nederland heeft die nog steeds niet ingevoerd.
Anders dan vergelijkbare landen kiest Nederland veelal voor het goedkoopste vaccin, terwijl er betere vaccins beschikbaar zijn.
Dat zijn schokkende constateringen. En de reden waarom Nederland achterblijft is minstens zo schokkend: de overheid lijkt de kosten van een vaccin belangrijker te vinden dan de kwaliteit ervan. Anders dan vergelijkbare landen kiest Nederland veelal voor het goedkoopste vaccin, terwijl er betere vaccins beschikbaar zijn. Zo zijn er voor griep al enkele jaren nieuwe vaccins beschikbaar, die niet alleen een bredere bescherming bieden, maar vaak ook kosteneffectief zijn.
Penny wise, pound foolish
Wij roepen het nieuwe kabinet dan ook op om te investeren in preventie door een innovatief vaccinatiebeleid, dat – in tegenstelling tot het huidige beleid – niet langer penny wise, pound foolish is. Nederland geeft nu ongeveer 0,014% van het bruto binnenlands product uit aan vaccinaties. Dat komt neer op circa 6 euro per Nederlander. Dat is weinig in vergelijking met andere landen. Neem Duitsland, dat hiervoor ongeveer 16 euro per inwoner uitgeeft. Relatief zijn de kosten van het RVP (circa 100 miljoen euro per jaar) zeer beperkt: iets meer dan 1 procent van het totale zorgbudget. Voor coronavaccins zijn (terecht!) kosten noch moeite gespaard. Met een geringe verdere investering belandt Nederland ook bij andere ziekten die met vaccins te voorkomen zijn weer in de Europese vaccinatievoorhoede. Dat zijn we aan onze stand verplicht. Voorkomen is nog steeds beter dan genezen, zoals ook recentelijk benadrukt in de brief van de Initiatiefgroep Preventieakkoord en de SER aan de informateur: ”Bekijk welke effectieve vaccins sneller en beter bij doelgroepen kunnen worden ingezet… gekoppeld aan een effectieve informatie- en kennisoverdracht”.
GGD’en prima toegerust
Als het nieuwe kabinet echt werk gaat maken van een innovatief vaccinatiebeleid, dan doet het er verstandig aan om ook te kijken naar de organisatie van het vaccineren. Om het maar concreet te maken: haal vaccineren weg bij de huisarts en breng het onder bij de GGD. Corona heeft laten zien dat de GGD’en prima toegerust zijn voor deze rol. Bovendien is het veel logischer dat zij – als hoeders van de publieke gezondheid – zich van deze taak kwijten. De huisarts kan zich dan volledig concentreren op haar/zijn kerntaak: poortwachter van de gezondheidszorg, waardoor iedere patiënt de juiste zorg op de juiste plaats krijgt.
- Dr. Ted van Essen, voormalig huisarts, voorzitter Nederlandse Influenza Stichting
- Prof. dr. Maarten Postma, hoogleraar Global Health Economics, Universitair Medisch Centrum Groningen & Rijksuniversiteit Groningen
- Prof. dr. Jan Wilschut, emeritus-hoogleraar Moleculaire Virologie, Universitair Medisch Centrum Groningen