Het is een groot voorrecht om in een land te leven waar het mogelijk is om ondraaglijk en uitzichtloos lijden op deze wijze te beëindigen.
In alle rust…
Het stormt buiten, de regen slaat tegen de ruit. Het is vooral de wind die nu indruk maakt, die zonder enige moeite met de grote oude eikenbomen in de verte speelt. De takken zwiepen uitbundig heen en weer.
De weersomstandigheden buiten het ziekenhuis vallen mij vooral op tijdens de moeilijke gesprekken over leven en dood, als het stilvalt. Dat kan ongemerkt meer dan een minuut duren. Opvallend genoeg zijn zulke stiltes nooit pijnlijk; ik heb ervaren dat het goed is om te zwijgen tot de patiënt of een naaste de stilte verbreekt. Het zijn deze momenten waarop ik voor me uit kijk en besef dat het intrigerende schouwspel van de natuur zo vaak een treffend decor is voor alles wat hierbinnen gebeurt.
Schaduwen
Hij is 69 jaar oud en is bijna achttien kilogram afgevallen in nog geen twee maanden tijd. Toen de huisarts mij een week geleden vroeg de thoraxfoto te beoordelen, zag ik de onmiskenbare contouren van de naderende dood: een groot sprieterig gezwel in de linkeronderkwab van de long, met vele kleine tumorschaduwen in beide longen.
‘Ik wil een spuitje.’ Zijn uitspraak komt onverwacht, omdat we nog helemaal niet over de dood hebben gesproken. Wel spraken we over pijnbestrijding met morfine, wat de patiënt ‘meer dan oké’ vond. De patiënt en ik hebben ook uitgesproken dat chemotherapie voor hem geen optie meer is. Zijn erbarmelijke conditie heeft hem aan bed gekluisterd en iedereen in de kamer wist al langer dat hij dit bed beslist nooit meer zou verlaten.
Ik ben van mijn stuk gebracht en blijf even stil. Hij merkt mijn vertwijfeling en herhaalt, nu met venijn: ‘Ik wil een spuitje. Hier. Nu. Gisteren.’
Dan loopt zijn gezicht rood aan. Zijn ogen lijken vuur te spuwen. Hij veert op in zijn bed, heft de handen in de lucht en schreeuwt: ‘Nu. Nu, dokter!’ Zijn armen maaien in het wilde weg zonder iets te raken.
Reflex
Zijn vrouw en ik staan verbouwereerd op, een stoel valt op de grond. Reflexmatig pakt zij zijn ene arm en ik de andere. Zo houden we hem in bedwang. Het is verschrikkelijk, na een minuut van spartelen en worstelen krijgen we hem eindelijk stil. Al is dat van korte duur, want de ruimte vult zich al snel met geluiden van verdriet.
Patiënten die voor euthanasie kiezen, hebben daar vaak al jaren over nagedacht: als ik ongeneeslijk ziek word, wil ik snel dood.
Een paar minuten later begint hij te vertellen over zijn wens om te sterven, die ik heel invoelbaar vind. Hij heeft uitzaaiingen in zijn botten die hem pijn doen, maar dat blijkt beslist niet de belangrijkste reden om weg te willen. Het gaat hem om het verlies van controle over zijn leven, het feit dat zijn lichaam niet meer doet wat zijn geest ingeeft. Dit verlies van waardigheid vormt vaak het grootste lijden voor patiënten die zullen sterven. Als ik hem vraag of een geestelijk verzorger langs kan komen, geeft hij een bemoedigende knik.
Patiënten die voor euthanasie kiezen, hebben daar vaak al jaren over nagedacht: als ik ongeneeslijk ziek word, wil ik snel dood. Het is een groot voorrecht om in een land te leven waar het mogelijk is om ondraaglijk en uitzichtloos lijden op deze wijze te beëindigen. Euthanasie is een uiterste in het bredespectrum van ondersteuning rond het levenseinde.
Somaticus
Palliatieve zorg omvat alles wat erop gericht is de kwaliteit van leven te bewaken en te bewaren tot in de allerlaatste seconde. De aandacht voor, en de kennis en bovenal kunde van palliatieve zorg zijn de laatste twintig jaar in Nederland en Vlaanderen enorm toegenomen. Pijn- en benauwdheidsbestrijding kunnen effectief plaatsvinden met morfine en andere medicamenten. Even belangrijk is de gelukkig toenemende aandacht voor existentiële ondersteuning. Als somaticus (op lichamelijke problematiek georiënteerde arts) ben ik overtuigd geraakt van het ongekende effect dat spreken over levensproblematiek heeft bij bijvoorbeeld pijn en benauwdheid.
Een hele reeks aan sluimerende levensvragen doemt vaak ineens op als patiënten erachter komen dat er bijna geen tijd meer is. Vragen die lang niet altijd beantwoord kunnen worden, maar het is van groot belang dat ze wel gesteld worden, niet in de laatste plaats voor de personen die om het bed zitten. In hen zullen de herinneringen aan deze laatste levensfase en dit afscheid doorleven.
Keuzes rond het levenseinde, zoals de keuze om euthanasie toe te passen, zijn vaak buitengewoon gecompliceerd en hoogst individueel. Mijn doel als zorgverlener rond een sterfbed is alles te doen om kwaliteit van sterven mogelijk te maken met alle middelen die mij daartoe beschikbaar staan. Ik bied ondersteuning door alle mogelijkheden op een rij te zetten, maar het is uiteindelijk de patiënt zelf die de weg kiest.
Levensnoden
Het is van het grootste belang dat elke patiënt te midden van al die impulsen, adviezen en gedachten de ruimte neemt – en ook de ruimte kríjgt – om met te reflecteren op levensvraagstukken en levensnoden, alvorens het leven achter zich te laten op de manier zoals hij of zij dat wil.
De patiënt vertelt me een dag later dat hij met de geestelijk verzorger gesproken heeft over zowel zijn letterlijke als figuurlijke verlies van controle, en hoe fijn hij dit gesprek vond. Het heeft hem een basis geboden om na te denken over vervolgstappen. Zijn wensen zijn – zo merk ik snel – ongewijzigd gebleven.
Een week later glimlach ik als ik de overlijdenskaart krijg, waarin staat dat hij op het door hem gekozen tijdstip in het hospice is heengegaan is. De laatste zin is kort, maar veelbetekenend: ‘In alle rust.’
Palliatieve zorg omvat alles wat erop gericht is de kwaliteit van leven te bewaken en te bewaren tot in de allerlaatste seconde.
Foto boven: Denys Vitali/PIXABAY