Het wordt stil op straat…
Verbeeld ik me dat nu, of begint het al stiller te worden in Nederland? In mijn woonbuurt rijden minder auto’s dan gebruikelijk, en zie ik minder mensen op straat. Dat kan natuurlijk met de kou te maken hebben, met de vreemde rukwinden die er ineens zijn, met de hoosbuien en geselende slagregens. Maar mijn vrouw bevestigde vandaag dat het ‘opvallend stil was in het stadscentrum, er weinig mensen waren in de bibliotheek en zelfs de supermarkt op dat moment weinig klandizie had’.
Het openbare leven lijkt zich terug te trekken, als een golf die naar het strand had moeten rollen maar plotseling naar de zee wordt teruggehaald.
Ook op het treinperron in mijn stadsdeel stonden vandaag veel minder wachtenden dan normaal, en waren de treinen opvallend leeg. Afgelopen maandag toen ik voor het dagblad Trouw op weg was naar Houten, naar een huisartsenpraktijk met enkele ‘corona-gezinnen’, amper 48 uur voor de afkondiging door de WHO van de corona-pandemie, zaten en stonden de reizigers nog pal tegen elkaar aan. Er was beslist geen anderhalve meter afstand tot de volgende medereiziger, hooguit tien centimeter. Een oude meneer achter mij was, zonder er zelf erg in te hebben, mij fors in de nek aan het ademen. Ik hield zoveel mogelijk mijn hand voor mijn mond en neus. Niet dat dat iets zou hebben uitgehaald, maar je probeert alles, nietwaar…? Mijn onlangs aangeschafte mondkapje zat in mijn tas, onaangeroerd.
Lage versnelling
Een onzichtbaar virus dat álles verandert, dat de gespreksstof overneemt, je gedachten beheerst en de dagelijkse voorspelbaarheid der dingen volledig op z’n kop zet. Een ziekteverwekker die de wereld noodgedwongen klein maakt en de tv-studio’s leeg. Wie had dat gedacht: een talkshow zónder publiek – de wereld draait door, maar in een lagere versnelling. Even passeert in mijn gedachten de autoloze zondag van 1973, toen de Arabische oliekranen dicht waren, de snelwegen verlaten en het dagelijks leven in slow motion voorbij trok. Het coronavirus is helaas van een andere orde.
Vrienden en lezers vragen me wat ze moeten doen? Of ze de geplande bijeenkomst waar ze hadden zullen optreden wel door moeten laten gaan? En wat te doen met de vergadering van het Katholieke Vrouwengilde? Het zou gaan om samenkomsten met flink veel mensen… Ik adviseer: niet doen, en blijk daarmee vooruit te lopen op het kabinetsadvies.
Ik vraag of er genoeg lang houdbare blikgroente in de schuur is en of de thuisbezorg-boodschappendienst nog wel aan huis aflevert?
Thuis opper ik om ontsmettende gels te kopen, en speur ik tevergeefs de onlineshops af waar de vloeibare alcoholhoudende zepen uitverkocht zijn dan wel tien keer in prijs over de kop. Bestel ik extra medicijnen die ik gebruik, vraag ik of er genoeg lang houdbare blikgroente op voorraad is in de schuur, informeer ik hoe het met de aardappels en rijst is, levert de thuisbezorg-boodschappendienst nog wel aan huis? Doe ik de suggestie om ons kind niet naar school te laten gaan maar voorlopig thuis te houden, maak ik me zorgen om mijn schoonouders, besluit ik om al mijn sociale contacten alleen nog maar telefonisch in stand te houden en voorlopig geen persoonlijke ontmoetingen aan te gaan.
Overlevingsstand
Als ik het woord ‘vakantie’ hoor, kan ik me daar op dit moment helemaal niets bij voorstellen. Ik ben er niet mee bezig en twijfel of die dit jaar wel zal doorgaan. ’t Kan me op dit moment ook niet schelen, er zijn nu andere prioriteiten. Ik sta, realiseer ik me, in de overlevingsstand.
Want het zijn bizarre tijden momenteel, waarin het openbare leven zich sluit en ziekenhuizen op scherp staan. Waarin Nederland – binnen een week al – zal worden geconfronteerd met feiten en beelden die wij niet meer gewend zijn, die we nog nooit meegemaakt hebben, die slechts bij de ‘heel hoge leeftijden’ mogelijk nog op het netvlies staan. Met gebeurtenissen die uitsluitend zijn terug te vinden in inmiddels muf geurende geschiedenisboeken. Ik zie duidelijke parallellen met de Spaansche griep uit de jaren 1918-1921, ook een pandemie. Inderdaad, het waren ándere tijden toen. Maar toch.
Het is om stil van te worden, het is nog amper voor te stellen. Lang dachten we dat dit ons niet zou kunnen overkomen.
Zesduizend coronazieken worden er over een week verwacht in Nederland, een vertienvoudiging van het huidige cijfer van 614 vastgestelde besmettingen. En nóg een week later gaat het om tienduizenden infecties. Zelfs de meest serieuze kranten nemen dergelijke voorspellingen en berekeningen nu ook op in hun kolommen en online-verhalen.
Het is om stil van te worden, het is amper nog voor te stellen. Lang dachten we dat dit ons niet zou kunnen overkomen.
Maar het wordt stil op straat. Onvermijdelijk stil.Foto: Pixabay