,,Wij mogen inhoudelijk niets zeggen van onze verzekeraar.” O, daarom houdt u zich op de vlakte? ,,Ja”. U mag zelfs niet zeggen van uw verzekeraar dat u het erg vindt? ,,Uh… Het is natuurlijk triest voor de nabestaanden, onze gedachten gaan naar hen uit. Dat – uh – is mijn persoonlijke mening… als mens.”
Maar verder dan dit mag u niet gaan? ,,Nee.”
Want wanneer u als woordvoerder van dit universitair medisch centrum zou zeggen dat er inderdaad iets vreselijk mis is gegaan in de operatiekamer, dat er een medische fout is begaan, en zoals u weet is dat het geval, dan kost u dat uw positie? En hangt ook uw ziekenhuis?! ,,Zo is ‘t. Bovendien mogen wij geen mededelingen doen over patiënten, wij zijn daarin óók gehouden aan de wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.”
Makkelijk hè, zo’n wet? ,,… (stilte).” ,,Dat zijn uw woorden.”
Jazeker! Maar de patiënt is dood. Als iemand de persoonlijke levenssfeer van deze patiënt heeft geschonden, dan is dat wel de chirurg van uw ziekenhuis. Die verscheen ’s avonds laat met een slok op in de operatiekamer, tegen zijn zin in teruggeroepen van een feestje waar hij zich iets teveel had laten gaan terwijl hij dienst had. Zelfs de verpleegkundigen klaagden dat de dokter vrijwel onbereikbaar was…
,,Wij doen daarover geen mededelingen.” Omdat dat niet van de wet mag? En ook niet van de aansprakelijkheidsverzekeraar? ,,Dat is correct.” Hoe heet eigenlijk die wet van de verzekeraars? ,,Dat is geen wet, dat zijn regels.”
Heeft u die regels voor mij? Ik zou er wel eens kennis van willen nemen, lijkt me interessant – misschien begrijp ik dan de positie van uw ziekenhuis beter. ,,Uh… Dat moet ik overleggen. Ik weet niet of ik ze u mag toesturen.” Waarom niet? ,,Dat is iets tussen de verzekeraar en de leiding van ons ziekenhuis.” Hebben alle ziekenhuizen dit soort regels? ,,Ja, althans ik denk van wel, dat zal misschien per verzekeraar verschillen…”
Kunt u een paar van die regels aan mij voorlezen, als u ze niet mag toesturen? ,,Ik heb ze niet. Althans niet hier.” Dus u wijst mij als ‘medewerker van de afdeling communicatie’ voortdurend op regels, waarin zou staan dat u mij niets mag vertellen over dit sterfgeval in de operatiekamer, vanwege de Regels. Maar u heeft ze niet? ,,Dat is juist.”
Bestaan die regels van die verzekeraar eigenlijk wel? ,,Uh… ik denk het wel.”
U denkt het wel? U kent ze toch! U heeft ze toch gelezen, mag ik hopen? Want u hanteert ze en slaat mij er steeds mee om de oren. ,,Nou, haha ik sla niet zo snel.”
Dat geloof ik ook niet, u klinkt als een vriendelijk Mens dat opdrachten uitvoert. ,,Ik doe mijn best…” Maar wilt u ook (proberen te) zorgen dat ik de regels van uw ziekenhuisverzekeraar krijg? ,,Ik zal het proberen. Goedemiddag.”
Ondanks herhaalde pogingen, zowel telefonisch als schriftelijk, hebben die regels mij nooit bereikt. Eerlijk gezegd had ik ook niet anders verwacht. Ook verzoeken aan andere ziekenhuizen, die eveneens op ‘verzekeringsregels’ wezen in geval van medische calamiteiten, hebben nooit iets opgeleverd. Niet toen een kankerpatiënt overleed door een vele malen te hoge bestralingsdosis, niet toen een baby in het noorden van het land blijvende hersenschade opliep nadat bij het uitzuigen na de bevalling een onhandige verpleegkundige de katheter rechtstreeks door het neusschotje van het kind duwde, en ook niet toen bij een stuitverlossing een kind stierf omdat er te hard aan het lijfje getrokken was…
Die regels bestaan niet, ik weet het nu zeker. Ongeschreven verzekeringsregels zijn het; ze geven ziekenhuizen een extra schulp om veilig in weg te kruipen. Want één ding doen de meeste ziekenhuizen niet graag, zeg maar nooit: aansprakelijkheid erkennen!
Ongeschreven verzekeringsregels geven ziekenhuizen een extra schulp om veilig in weg te kruipen.