Even voorstellen: Cisca Dresselhuys (1943, Leeuwarden ) behoeft nauwelijks introductie: hoewel haar journalistieke loopbaan bij het dagblad Trouw begon, verwierf zij landelijke bekendheid als hoofdredactrice van het feministisch maandblad Opzij (1981-2008). In haar eerste pensioenjaren schreef zij onder meer het boek ‘Drukker dan ooit’ (2011), en maakt nu columns en interviews voor verschillende tijdschriften… en opnieuw Trouw.

 

Een tegendraadse huisarts

Een arts, die zegt dat er best minder geld naar de zorg kan, dat hoor je niet vaak. De Purmerendse huisarts en De Volkskrant-columnist Joost Zaat is zo iemand. Minder geld naar de zorg en meer geld naar onderwijs, is zijn overtuiging.

Toen ik hem onlangs interviewde, vroeg ik hem waarop dan bezuinigd kan worden? Op de behandeling van pijn op de borst bijvoorbeeld. Daar wordt, volgens hem, veel te snel geopereerd en een stent geplaatst, terwijl behandeling met medicijnen een heel goede oplossing is. Nog zo iets: er worden, volgens hem, veel te veel knie-operaties uitgevoerd en wat moeten we met snurk-poli’s? Besteed dat geld liever aan onderwijs.

Een voorbeeld uit z’n eigen praktijk: een 95-jarige dementerende man kwam op controle bij de orthopeed, die bij hem een nieuwe heup had geplaatst. De arts constateerde dat de man nu in aanmerking kwam voor een tweede nieuwe heup en dat terwijl die sowieso geen tien meter meer liep. ‘Dat heb ik tegengehouden’, vertelde Zaat, ‘wéér een ziekenhuis-opname, wéér een narcose met grote kans op een delier, waarom in vredesnaam?’. Daarmee werd bovendien zo’n 15.000 euro bespaard.

Joost Zaat: Leuren met patiënten is echt meer uitzondering dan regel.

Ook op andere gebieden toont hij zich recalcitrant. ‘Begin niet aan modieuze fratsen als vasten. De man, die dat aanprijst zou een wetenschapper uit Maastricht zijn. Ik heb hem gegoogeld en geconstateerd dat hij nul publicaties over dit onderwerp heeft geschreven. De steeds terugkerende klacht van artsen, dat zij dagen, weken, maanden moeten leuren met patiënten om die ergens een plaats te bezorgen in de GGZ, weerlegt hij met een eigen ervaring met een jonge suïcidale vrouw, die hij na een kwartier bellen onderdak had bezorgd bij een crisisopvang. ‘Leuren met patiënten is echt meer uitzondering dan regel,’ zegt hij.

Is al dat klagen dan onterecht? ‘Als je percentages van meer dan 7 procent leest, (‘50 procent van alle huisartsen kan z’n patiënten niet kwijt in een ziekenhuis of verzorgingstehuis’), ga dan twijfelen, dan is er sprake van overdrijving.’ Het plan van een aantal collega’s om een nieuwe politieke partij, NLBeter, op te richten, vindt hij helemaal niks. Prima als er een arts in de Tweede Kamer zit, maar een eigen politieke partij? Niet doen, levert niks op, is zijn mening.

Zaat is bepaald geen jonge, onervaren arts, die nog maar weinig heeft meegemaakt. Integendeel, hij is al 36 jaar huisarts en heeft zo’n beetje alles wel voorbij zien komen in zijn spreekkamer. In mei gaat hij met pensioen. Hij is dan 66 en zou best nog kunnen doorwerken, maar dat laat zijn fysieke toestand niet toe. Een paar jaar geleden brak hij bij een val in huis zijn rug, sindsdien heeft hij altijd pijn in z’n rug. Bovendien bleek toen dat hij – nogal uitzonderlijk voor een man – lijdt aan zware botontkalking.

‘De Kleenex is niet aan te slepen, niet alleen voor m’n patiënten, maar net zo goed voor mezelf’.

Hij heeft plannen om na zijn pensioen door te gaan met schrijven en misschien af en toe in te vallen in een Zeeuwse huisartsenpraktijk. In die provincie heeft men namelijk veel moeite om aan voldoende huisartsen te komen. Heel fijn voor de Zeeuwen, maar jammer voor Purmerend. Op het ogenblik is hij bezig zijn patiënten voor te bereiden op zijn vertrek. ‘De Kleenex is niet aan te slepen, niet alleen voor m’n patiënten, maar net zo goed voor mezelf’.

Gelukkig is er zijn boek ‘De praktijk van een huisarts’, een bundeling van zijn Volkskrant-columns. (Uitgeverij Podium, 2019).