Sander de Hosson (Utrecht, 1977) is longarts en specialist palliatieve zorg in het Wilhelmina Ziekenhuis Assen (WZA). Enkele jaren geleden ontdekte hij ook zorg te kunnen verlenen via zijn pen en troost en begrip te kunnen bieden met het geschreven woord. Naast leerboeken over zijn vak en wetenschappelijke publicaties, schrijft Sander de Hosson columns over de zorg waarin hij de menselijke maat hanteert. In maart 2018 verscheen zijn succesvolle columnbundel 'Slotcouplet'.

 

Details

Namen vergeet ik snel. Verhalen onthoud ik, en gezichten. Bij verhalen horen gezichten.

Het zal tien jaar geleden geweest zijn, in mijn opleidingsziekenhuis. De man voor mij is 35, hooguit 36 jaar oud, nog geen vijf jaar ouder dan ik. Zijn vader blijft buiten in de wachtkamer. ‘Die kan het niet aan.’ De man heeft donkerblond, steil haar, en sprekende ogen. En een tumor, midden in zijn long.

Op een dag begon hij bloed op te hoesten. Aanvankelijk dacht hij dat het wel over zou gaan, maar na twee weken was hij naar de huisarts gegaan, die een foto liet maken. Nog diezelfde middag belde de huisarts om te vertellen dat hij een dag later in het ziekenhuis verwacht werd. Hij was zich rot geschrokken.

Contouren

Daar zit hij nu. Ik laat hem de foto zien en bevestig zijn angstige vermoeden. Hoewel in de eerste fase niets met zekerheid te zeggen is, kunnen we op basis van de vorm en grootte van een afwijking vaak wel vaststellen dat het waarschijnlijk foute boel is. De grillige contouren op de foto vormen de handtekening van longkanker. Het zijn momenten dat woorden ontbreken, omdat geruststelling simpelweg niet voorhanden is. Er rest niets dan ‘Sterkte’. Nooit zeg ik ‘Het valt wel mee’, want dat doet het meestal helemaal niet.

Als zulke patiënten vertrokken zijn, denk ik vaak aan wat hun de komende uren te wachten staat. Ik vraag me vaak af wat mensen voelen op de eerste avond na zo’n gesprek. Hoe is het om als 35-jarige in de ogen van een dodelijke ziekte te staren? Bellen ze hun vrienden? Gaan ze zich bezatten? Hoe vallen ze in slaap? Vallen ze in slaap?

Het diagnostisch protocol bij het vermoeden van longkanker is goed geolied. Een ct-scan is snel gepland en vlot daarop volgt een inwendig kijkonderzoek in de longen (bronchoscopie). Het is bekend dat de snelheid waarmee dit allemaal gebeurt de prognose niet beïnvloedt, maar iemand die zich in zo’n emotionele achtbaan als deze bevindt, verdient snelle antwoorden, omdat die uiteindelijk het verschil tussen leven en dood zullen uitmaken. Niet weten is hartverscheurend, nog veel hartverscheurender dan duidelijkheid.

Wallen

Als ik hem een paar dagen later tegenkom bij de bronchoscopie, vertelt hij gebroken te zijn. Diepe wallen onder zijn ogen getuigen van zijn slapeloze nachten. ‘De grond is onder me weg aan het zakken,’ zegt hij zacht. ‘Ik vind geen houvast. Alles om me heen is spiegelglad geworden.’ Weer kan ik niets anders dan hem op zijn schouder drukken, en weer blijft het bij ‘Sterkte’. Meer dan een recept voor slaappillen is er nu niet.

Binnen enkele dagen zijn de onderzoeken afgerond en heeft het multidisciplinair team alle scans bekeken. Het is goed nieuws: er is nu weliswaar definitief longkanker vastgesteld, maar er zijn geen uitzaaiingen. Dit is zo’n spaarzame gelegenheid waarop ik besluit de patiënt direct te bellen. Spaarzaam, omdat het bij zo’n grote tumor vrij uitzonderlijk is dat er geen uitzaaiingen zijn. Als je elke nacht in onzekerheid zit, kan het wachten tot de poli-afspraak heel lang duren.

De dag erna zit hij samen met zijn vader tegenover me. We zijn opgewekt, want een operatie is mogelijk en de kans op genezing is aanwezig. Als ze weglopen, draait hij zich om en zegt kort en snel ‘Bedankt’.

Nachtrust

Ik weet dat hij niet doelt op de onderzoeken die we gedaan hebben, op de scans, de bronchoscopie, de snelheid waarmee alles verlopen is. Het gaat in de zorgverlening om de details: het telefoontje, het recept waarmee je iemand een fatsoenlijke nachtrust probeert te bieden, en misschien ook wel de wijze waarop je hem sterkte wenst.

Zo’n bedankje maakt echt je dag. Empathie is een vorm van medeleven, waarbij soms details al een wereld van verschil kunnen maken. Het is goed om dat te beseffen, of je nu secretaresse bent of superspecialist. Een hand op de schouder. De logistiek net wat soepeler te regelen. Op tijd bellen. Een kaartje met je mailadres ‘voor als er vragen zijn’. Op het oog lijken het kleine gebaren, maar ik weet zeker dat het juist deze details zijn die voor een patiënt een wezenlijk verschil kunnen maken.

Uiteindelijk is de man geopereerd en genezen. Zijn verhaal is mij bijgebleven. Namen vergeet ik, maar gezichten en verhalen blijven. Die vergeet ik nooit.

Details kunnen een wereld van verschil: een hand op een schouder. De logistiek net wat soepeler regelen. Op tijd bellen. Een kaartje met je mailadres ‘voor als er vragen zijn’.

Pixabay