Dr. Ted van Essen was 40 jaar huisarts in Amersfoort. In 1995 promoveerde hij in Utrecht met een onderzoek over de griepprik. Dat onderwerp heeft hem nooit losgelaten. Thans is hij voorzitter van de Nederlandse Influenza Stichting. Ook is hij toezichthouder bij Dimence, een grote GGZ-instelling in Overijssel, en bij de Leidsche Rijn Julius Gezondheidscentra. Daarnaast is hij als huisarts regelmatig gast in het tv-programma Tijd voor MAX. Daarin beantwoordt hij inmiddels dagelijks vragen over het coronavirus.

Deskundigen in coronatijd

Onze wereld is klein geworden. ‘Social distancing’ maakt het onderhouden van je contacten een stuk moeilijker. Of in elk geval anders. Het zou beter ‘physical distancing’ kunnen heten, want iedereen gebruikt de beeldtelefoon. Maar je mist het fysieke contact. Die anderhalve meter (én handen wassen én thuisblijven bij klachten) werkt trouwens wel.

In de media hoor je alleen maar over het coronavirus. Praatprogramma’s gaan nergens anders over, de coronaspreekuren op de radio worden druk bevraagd en de kranten voorzien ons van de nodige achtergrondinformatie. Ik doe daar zelf aan mee in Tijd voor Max. Ik probeer al het nieuws te duiden. Als huisarts ben ik gewend om medische zaken te vertalen naar de patiënt. In dit geval de kijker.

Wetenschappers hebben niet de waarheid in pacht, maar beter is er niet.

Achter de schermen adviseren de deskundigen van het Outbreak Management Team het RIVM. Tijdens de grieppandemie in 2009 werkte dat ook zo en toen zat ik daarbij namens de huisartsen. De wetenschappelijke discussies worden daar gevoerd en die monden uit in een gezamenlijk advies. Wetenschappers hebben niet de waarheid in pacht, maar beter is er niet. De regering probeert alle gegevens om te zetten in een beleid dat iedere burger kan omarmen. En dat lukt eigenlijk heel goed.

De adviezen om de corona uitbraak te beheersen komen nu nog vooral van medici. Intussen is de maatschappelijke impact van het virus ook heel groot. Dus moeten andere deskundigen ook gaan meepraten over de volgende stap. Het onderwijs, het bedrijfsleven en de cultuursector moeten naast de zorg ook meedenken. Al die disciplines hebben we nodig. Ook die aspecten moeten in maatregelen worden vertaald.

Laten we afspreken dat die deskundigen zich alleen maar uitspreken over hun eigen terrein

Politici, en ook de media, hebben de neiging om ingewikkelde zaken te verengen tot eendimensionale problemen. Wel of niet een mondkapje bijvoorbeeld. Daarbij spelen wetenschappelijk bewijs over de werkzaamheid (is er niet), beschikbaarheid (zijn er niet genoeg) en ook communicatie een rol. Thuisblijven bij klachten zou wel eens gevaarlijk kunnen leiden tot ‘naar buiten gaan met klachten én een mondkapje’.

Dan slaat bij mij de ergernis toe. Virologen, infectieziektenspecialisten, IC-artsen, leraren, zorgverleners, economen, communicatie-deskundigen: allemaal hebben ze hun eigen expertise, maar vraag ze niet naar een mening op andere gebieden. Want daarin zijn ze even goed leek als u en ik. De hardste schreeuwers krijgen wel de meeste aandacht. Laten we afspreken dat die deskundigen zich alleen maar uitspreken over hun eigen terrein en dat ze hun mening op andere gebieden alleen maar achter de schermen inbrengen bij de beleidsmakers. Dan vertalen die alle gegevens in een beleid en daar houden we ons dan aan. Dat probeer ik in elk geval.Foto: Pixabay/Nina108