Het kabinetsbesluit om voorlopig vast te houden aan die zes weken tussen de eerste en tweede coronaprik is gewoon NIET verstandig
De elektronische enkelband van Hugo
Het demissionair kabinet Rutte III lijkt in zijn coronabeleid geen stap te kunnen zetten zónder de uitdrukkelijke toestemming van RIVM-directeur Jaap van Dissel, het Outbreak Management Team dat hij voorzit, én de Gezondheidsraad waarvan hij lid was.
Niemand heeft nog aan coronaminister Hugo de Jonge gevraagd de broekspijpen vanaf zijn fantasieschoenen een stukje omhoog te willen trekken richting diens getrainde kuiten, die hem tijdens elk staand interview enthousiast-energiek laten veren… Maar het zou me niet verbazen dat – wanneer hij de pijpen van zijn pantalon zou opstropen – er een elektronische enkelband van-heb-ik-jou-daar tevoorschijn komt. Een ‘korthouder’ bediend door moeilijk buigzame Jaap Tamino van Dissel.
Niet-vakminister
In gedachten zie ik het al voor mij: elke keer dat hardwerkende Hugo iets wil ondernemen op politiek-virologisch gebied (waar hij geen verstand van heeft en dat professor dokter Jaap niet zint), dan krijgt de niet-vakminister een schok. Afgevuurd door de infectieziekte-expert vanuit het RIVM-hoofdkwartier te Bilthoven, alwaar men zó streng in de leer is dat Nederland inmiddels het meest gemankeerde vaccinatieland van Europa is.
Die correctieve schok dreigde ook donderdag weer toen het Europese Medicijn Agentschap EMA met klem liet weten dat er ,,geen zes maar drie weken” mogen verstrijken tussen de eerste en de tweede coronaprik van ontwikkelaar BioNtech en producent Pfizer. Dit, om de bescherming compleet te maken tegen het coronavirus SARS-CoV2 en zijn inmiddels geëvolueerde varianten. Het EMA zegt zoiets niet zomaar. Nu ja, wellicht ook om juridische redenen.
Verwarrend
Over dat tijdsverschil tussen de eerste en de tweede vaccinatie was de zoveelste verwarrende discussie losgebarsten, zoals in Nederland met álles gebeurt dat corona betreft. Daarom kwam EMA nu met deze verklaring, en liet zelfs de bijsluitertekst van het vaccin aanpassen. Het motief om de tweede beschermende prik uit te stellen naar zes weken was begrijpelijk: hierdoor zouden meer mensen eerder hun (eerste) prik kunnen krijgen. Het College ter beoordeling van Geneesmiddelen (Cbg) vindt die ‘zes weken’ nog wèl verantwoord, ook na de EMA-oproep van donderdag.
Net was Hugo van plan namens het kabinet mee te delen dat de oproep van de EMA misschien wel zinvol was om na te volgen, óf… de grote grijze geitenbreier van het RIVM dreigde de minister met een ferme enkelbandschok. De moed zakte Hugo in zijn fantasie-prints.
Haast
En zó meldde de zorgbewindsman ‘namens het kabinet’ (lees: het RIVM) dat voorlopig wordt vasthouden aan het besluit om mensen, die het Pfizer/BioNtech-vaccin krijgen toegediend, pas na zes weken hun tweede prik te geven. Dat blijft dus voorlopig zo. Eerst moet de Gezondheidsraad hierover nog een advies uitbrengen, want dat heeft het kabinet nu gevraagd aan dit raadgevend college. En er is zelfs verzocht om hier haast mee te maken. Maar ja, daar gaan onnodige weken verstrijken.
Hugo had de schok maar voor lief moeten nemen, het had zijn haar niet in de war gebracht. Want het kabinetsbesluit om vast te houden aan die zes weken is gewoon NIET verstandig. Waarom niet? Omdat het risico nu bestaat dat nogal wat mensen na de tweede vaccinatie misschien niet optimaal beschermd zullen zijn tegen een besmetting met een coronavirus(variant).
De tweede ronde in de vaccinatie is namelijk al begonnen. Nu gaat het daarmee niet hard, maar toch…
Dit soort gestuntel, waarbij belanghebbende partijen standpunten vooraf niet op elkaar afstemmen en om het hardst hun mening roepen, veroorzaakt onzekerheid en onrust in de samenleving. Je ziet waar dat allemaal toe kan leiden, ook al wordt het als excuus misbruikt.
Ik wou dat ik toegang had tot de enkelbandbediening van Hugo. Maar eerder denk ik dat een megafoon om iedereen tot de orde te roepen wellicht meer effect heeft.
Dit soort gestuntel, waarbij partijen standpunten niet op elkaar afstemmen en om het hardst hun mening roepen, veroorzaakt onzekerheid en onrust in de samenleving.