Bram Bakker is een van de bekendste en opvallendste psychiaters van Nederland. Hij werd opgeleid in de psychiatrie in de Valeriuskliniek en het VU medisch centrum in Amsterdam, promoveerde in 2000 op angstaanvallen en ging datzelfde jaar aan de slag als psychiater in het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis. Naast het behandelen van patiënten publiceerde hij artikelen en boeken en werd uitgever. Inmiddels is hij medisch directeur van Spoor6, behandelcentrum voor verslavingszorg in Bussum.

 

Complementaire behandeling

Er is rumoer rond de begeleiding van mensen met kanker. In zijn nieuwe boek Kankervrij betoogt arts William Cortvriendt dat aandacht voor onze leefwijze niet alleen preventieve waarde kan hebben, maar dat er ook steeds meer wetenschappelijke studies zijn die aantonen dat de prognose na het stellen van de diagnose verbetert als bewegen, voeding en stressmanagement serieuze aandacht krijgen.

En er werd dezer dagen een Nationaal Actieplan voor betere nazorg voor mensen met kanker gepresenteerd, zoals veel ervaringsdeskundigen weten ook geen overbodig initiatief.

Hoog niveau

Het goede nieuws is en blijft: de oncologische behandelingen zijn in ons land van zeer hoog niveau. En voortdurend wordt er gewerkt aan betere operatietechnieken, verfijndere bestralingsmethoden en chemotherapie met grotere werkzaamheid en/of minder bijwerkingen. Daar willen we niets aan veranderen natuurlijk.

Minder zijn de verontrustende statistieken: steeds meer mensen krijgen kanker, en op steeds jongere leeftijd ook nog. Verbeteringen in de prognose berusten voor het overgrote deel op zogenaamde ‘vroegdetectie’: er wordt vooral eerder behandeld, en niet per se heel veel beter. De getallen hierover in het boek van Cortvriendt zijn best beangstigend, vond ik.

Psychologisch impact

Wat mij zelf opvalt bij dit alles is de relatief geringe aandacht voor de psychologische impact van een zware diagnose als kanker. Niet alleen de patiënt wordt geconfronteerd met een enorme mentale uitdaging, alles en iedereen daaromheen ook. Relaties veranderen ingrijpend als er iemand ernstig ziek wordt, en je hoeft echt geen psychiatrische voorgeschiedenis te hebben om daar flink last van te ondervinden. Toch wordt er vaak pas aandacht aan besteed als er de verdenking is dat er een serieuze psychiatrische complicatie is opgetreden. Denk vooral aan depressies, die dan vaak worden bestreden met medicatie. Niets op tegen uiteraard, maar wat doen we met al die mensen die misschien geen psychische stoornis hebben, maar die wel moeten dealen met een life-event van het zwaarste kaliber?

Aandacht voor de aspecten van kanker die buiten het oncologische traject vallen wordt al snel weggezet als ‘alternatieve therapie’, een beladen term waar ik persoonlijk van gruwel. Wordt het niet hoog tijd dat we de mensen met kanker eens allemaal aanbieden om te profiteren van alle kennis die er buiten de oncologische behandelingen bestaat? Niet als alternatief, maar als extra. Met een chique term wordt dat ‘complementair’ genoemd, aanvullend. Niet ‘in plaats van’, maar ‘in aansluiting op’…

Bedreiging

Bewegen om de bijwerkingen van chemotherapie te bestrijden, minder suikers eten om de tumoren niet te veel brandstof te geven, onnodige stress vermijden en iedereen een goed gesprek bieden, al dan niet in groepsverband, om te delen hoe het is om ineens met je sterfelijkheid te worden geconfronteerd. Dat is geen beleid gericht op een specifieke diagnose, maar extra ondersteuning van mensen die kampen met een ernstige bedreiging van hun gezondheid. Complementaire behandelingen aanbieden betekent niets meer of minder dan het verbeteren van onze gezondheidszorg.

Er wordt vooral eerder behandeld, en niet per se heel veel beter. De getallen hierover in het boek van Cortvriendt zijn best beangstigend, vond ik.

Arts William Cortvriendt – Foto: Roos Mestdagh

Lees ook van psychiater Bram Bakker: