‘Mensen die sterven, kunnen je alles over het leven leren,’ zei een opleider ooit tegen mij. Pas in de afgelopen jaren, nu ik veel meer ervaring heb met stervensbegeleiding, ben ik gaan beseffen dat dit geen holle frase was. Mensen op hun sterfbed kijken terug op het leven en evalueren het. Het is waardevol naar hen te luisteren.
BOODSCHAP
Het wat wonderlijke verhaal van een man van achter in de zestig, die ik een paar jaar geleden behandelde in verband met uitgezaaide longkanker, zal me altijd bijblijven. Hij is een typische noorderling, een harde werker, een wat introverte man die niet snel praat over zijn gevoelens. Opvallend is dat hij op alle afspraken alleen komt. Mijn kennis over zijn achtergrond is beperkt: hij is ongetrouwd, gelovig en heeft geen kinderen. Het is een zakenman met een relatief succesvol bedrijf. Sinds een jaar of twee is hij gepensioneerd. Hij vertelt een uitgebreid sociaal netwerk te hebben.
Op de laatste poliklinische afspraak, nadat alle onderzoeken verricht zijn, spreken we uiteindelijk over de diagnose: longkanker met uitzaaiingen in longen, longvliezen en ook in de botten. Als hij vraagt wat de prognose is, vertel ik dat deze in maanden uit te drukken is. ‘Soms is mensen wat meer tijd gegeven, soms wat minder,’ voeg ik toe. Ik peil zijn reactie, maar hij blijft onbewogen. ‘Dat had ik al verwacht,’ zegt hij stoïcijns.
Jeugdvriend
Omdat we met chemotherapie willen beginnen, breng ik het gesprek op zijn sociale situatie; ik moet weten wie hem direct steunt in deze moeilijke tijd en hem opvangt als er zich bijwerkingen voordoen. Zijn reactie verwondert me. ‘Ik heb sinds kort een vriend. Een jeugdvriend.’ In een paar zinnen vertelt hij over zijn homoseksualiteit, die hij al die jaren voor zijn familie, vrienden en collega’s verborgen heeft gehouden. Hij vertelt ook hoe zijn religieuze achtergrond en opvattingen het toegeven aan deze gevoelens in de weg hebben gestaan. En over de ongetwijfeld moeilijke keuze dat intieme geheim openbaar te maken, nu hij oog in oog staat met een ongeneeslijke ziekte.
Gedurende de maanden die volgen, begeleid ik hem bij de chemotherapie, die hij ondanks fikse bijwerkingen geestelijk opmerkelijk goed doorstaat. Telkens als ik hem tref, zie ik dat hij er ondanks de optredende bloedarmoede, de vermoeidheid en de goed te bestrijden misselijkheid beter uitziet. Hij is vrolijker, uitgerust. Hij is opener en vertelt ontwapenend over zijn relatie, die zich aan het verdiepen is. Over de manier waarop hij opgevangen wordt door zijn vriend.
Vrijheid en rijkdom
Godzijdank reageert de ziekte op de behandeling, en in de zestien maanden dat zijn leven nog zal duren, luister ik met plezier naar de prachtige verhalen over zijn liefde en enorme winst in geestelijke vrijheid en rijkdom. Ook als de ziekte weer terugkomt, blijft hij vrolijk. Zelfs het nieuws dat de laatste fase van zijn leven is aangebroken, slaat hem niet uit het veld.
Zijn laatste dagen brengt hij op uitdrukkelijk verzoek door op onze verpleegafdeling. ‘Hier voel ik me veilig,’ zegt hij. Als hij snel achteruitgaat, kom ik een laatste keer bij hem om afscheid te nemen. Gezien zijn groeiende benauwdheid, de noodzaak om meer morfine toe te dienen en zijn afnemende lichaamsfuncties, vermoed ik dat de laatste uren zijn ingegaan.
Die dag ontmoet ik eindelijk zijn vriend. De oudere man, een vitale zeventiger, zit alleen met hem in de kamer, naast het bed. Ik glimlach als ik zie dat hun handen ineen zijn geslagen. Als ik mijn vermoeden deel dat de dood nu heel snel nadert, wordt het stil. Ze kijken elkaar aan, maar zeggen niets. Stille aanwezigheid kan zoveel krachtiger zijn dan woorden.
Geluk
Als ik afscheid wil nemen, vraagt hij mij nog even te gaan zitten. Hij begint te praten en blikt emotioneel terug op de laatste anderhalf jaar. Van zijn introversie is nu niets meer over. Hij vertelt over zijn spijt dat hij pas koos voor het leven dat hij had moeten leiden op het moment dat hij voelde en hoorde dat hij dood zou gaan. Geluk was nog net op tijd: de liefde kwam alsnog. Wat een bevrijding was dat.
De man in zijn sterfbed buigt zich een stukje voorover en legt zijn arm om de schouder van zijn geliefde. Het dankwoord dat hij aan hem richt wordt zo zachtjes uitgesproken dat ik het nog net kan horen, maar het is zo mooi dat ik het me exact herinner. ‘Nu ik ga sterven, vertel ik graag dat ik sterf met de wetenschap dat jouw leven het allermooiste stukje van mijn leven was.’
Een vrijwilliger uit het hospice vertelde me eens dat zij het altijd zo mooi vond dat niemand in de laatste levensdagen praatte over werk, successen of wat bereikt was. Mensen die sterven, praatten juist vooral over de liefde.
Wat stervenden ons leren, is een krachtige boodschap aan de levenden. Wat zij vertellen gaat over ons, over de moed het leven te leiden dat we willen leiden. Als ik aan de patiënt uit dit verhaal terugdenk, denk ik aan de levensles die hij mij leerde: het vergt lef om geluk in je leven toe te laten, maar het betaalt zich allemaal terug.
Tekst leest door onder foto
Foto’s Pixabay. Bovenaan: RoonZ-nl. Foto beneden: Ralf Kunze
Lees ook van Sander de Hosson: