René Steenhorst (1953) is medisch journalist. Vijfenveertig jaar (sinds 1974) schreef hij voor dagblad De Telegraaf, waarvan ruim 32 jaar als redacteur gezondheidszorg. Ook publiceerde hij verschillende boeken op zijn vakgebied, zoals 'In de Greep van de Griep' over influenza, 'Medisch (Mis)handelen' over medische fouten, 'Rebel tegen Wil en Dank' (de biografie over prof. dr. Bob Smalhout), 'Het Haperend Hart' (voor de Hartstichting), en de Ontdekkingsreis van Bob Pinedo (2017) over 50 jaar kankeronderzoek.

Dit was zo privé, het feit dat ik de gipsen afdrukjes van het kindje onder ogen kreeg was voor mijn gevoel al bijna te veel.

Bij de dood van een baby

Ineens stond ik oog in oog met twee afgietsels van gips van een handje en een voetje van een doodgeboren baby. Zo klein. Zo fragiel.

De jonge vrouw pakte de replica’s uit de glazen vitrinekast in de slaapkamer en wilde ze me aanreiken.

‘Liever niet…’, zei ik, en een moment vreesde ik dat mijn woorden wat bot waren overgekomen en dat zij die als een belediging zou opvatten. Zo waren ze allesbehalve bedoeld. Maar, ik wilde niet dat een onbekende derde, zoals ik, die slechts een verhaal in de pen had voor de krant waarvoor hij schreef, dit contact tussen ouders en kind zou bezoedelen.

Wiegje

Want zó voelde het een beetje wanneer mijn handen deze veelbetekenende herinneringen zouden aanraken. Aan de zuigeling die dood ter wereld was gekomen, die nooit in het al klaarstaande wiegje zou slapen, die nimmer door de huiskamer zou dribbelen.

Voor zover ik wist waren de afgietsels alleen door de ouders en misschien door naaste familie vastgehouden. Daar moest ik niet tussenkomen, wérkelijk niet. Dit was zo privé; het feit dat ik de afdrukjes onder ogen kreeg was voor mijn gevoel al bijna te veel. Grensoverschrijdend.

‘Vind je het eng, of zo?’, vroeg de moeder me. Nee, zei ik, dat was het niet, het was voor mijn gevoel te intiem. Ze begreep het, maar het was, zei ze, een blijk van vertrouwen. Zo vatte ik het ook op, zei ik.

Afscheid

Het kindje, een meisje, was gaaf ter wereld gekomen. Na de doodgeboorte hadden de ouders in het ziekenhuis met hun baby in de armen afscheid genomen. Tijd had geen rol gespeeld. De verpleegkundige staf had een speciaal kamertje voor hen ingericht. Met een tweepersoonsbed. Daar hadden de ouders het kindje tussen hen ingelegd.

Ze hadden tegen het meisje gepraat, haar gestreeld. En afscheid genomen. Het was goed zo.

Maar af en toe heb ik nog contact met de moeder, die telkens zegt dat ze het verlies van haar baby ‘een plekje’ heeft gegeven, ik geloof haar, maar tussen de regels door laat ze weten dat ze elke dag het gipsen handje van haar kindje even kust of tegen haar wang drukt. Er zijn weliswaar twee andere kinderen geboren in het gezin , maar toch… Het gemis blijft groot. De dood van een kind kom je nooit te boven.

Herdenkingsweek

Aan deze ook voor mij ook indrukwekkende herinnering moest ik terugdenken toen ik plotseling vernam dat het deze week internationale #BabyLoss AwarenessWeek is. Daar had ik even niet bij stilgestaan.

Op de sociale media van het internet zijn in de afgelopen dagen honderden getuigenissen verschenen onder deze hashtag. Met foto’s van kinderen die het net niet gered hadden of slechts kort leefden, kaarsjes die voor hen gebrand worden, en portretten van ouders van wie het soms jarenlange verdriet nog altijd van hun gezichten af te lezen is. De dood van een kind is teveel voor een mens.

Zoetermeer

Te triest voor woorden was het dan ook te lezen dat juíst op de eerste dag van deze speciale herdenkingsweek de politie van Zoetermeer bekend maakte dat hulpdiensten in deze gemeente twee keer waren uitgerukt na binnengekomen meldingen over babygehuil uit ondergrondse vuilcontainers. In beide gevallen bleek het niet te gaan om een kind dat was gedumpt, maar om speakers in een vuilniszak die babygeschrei afspeelden. Voorbijgangers waarschuwden vervolgens de politie.

‘Dit is niet iets om een grap mee uit te halen’, zei een politiewoordvoerder, terecht, tegen de NOS. De dader, mogelijk de inmiddels aangehouden man van 48 jaar uit Zoetermeer, zou zich diep moeten schamen voor zijn zieke daad. Al was het alleen maar tegenover de talrijke vrouwen/moeders die in de afgelopen jaren uit pure wanhoop (ook in Nederland) een kind te vondeling legden. Ook aan hen denk ik deze week.

Te triest voor woorden dat de politie van Zoetermeer twee keer moest uitrukken na valse meldingen over babygehuil uit ondergrondse vuilcontainers.