De 'intelligente lockdown' is na maanden opgeheven. Toch is het gevaar van opvlammen van het coronavirus allerminst geweken. En áls dat gebeurt dan sluiten de deuren weer. Toch hebben de meeste verstandige Nederlanders zich de gedragsregels voor virusvermijding eigen gemaakt. We leven met de rem op ons bestaan en wachten de komst af van een verlossend vaccin. En voor de rest? Hoe heeft de CoronaBurger zich aangepast? Op Meer over Medisch laten we haar en hem aan het woord, in persoonlijke vertellingen uit de 1.5-metersamenleving.

Lucia Rebel (59) is operationeel manager van de afdeling Retail bij de Tomingroep, waar onder meer sociaal werkbedrijf De Kringloper onder valt. Na aanvankelijke sluiting gingen de kringloopwinkels stapsgewijs weer open en is nu vrijwel iedereen weer aan het werk.

‘We zijn bezig de kringloopwinkel opnieuw uit te vinden’

Hoe zag uw normale werkdag eruit?

‘Ik ben operationeel verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van onze kringloopwinkels in Almere, Hilversum, Naarden en Weesp. De winkels hebben hun eigen leidinggevenden en met hen bespreek ik wekelijks de voortgang. Verder hebben we een afdeling telemarketing, rijden er zeven wagens rond die spullen bij mensen thuis ophalen en hebben we een klein houtverwerkingsbedrijfje waar timmerlieden – medewerkers met afstand tot de arbeidsmarkt – van pallets producten als cd-bakken en boekenrekken maken die we in de winkels gebruiken of verkopen.’

Wat veranderde er na de lockdown?

‘In eerste instantie gingen alle winkels dicht en stopten we met het ophalen van spullen bij mensen thuis. Veel van onze medewerkers vallen potentieel in de kwetsbare groep, dus we wilden eerst een goede risico-inventarisatie maken. Slechts een kwart kon achter de schermen doorwerken. We hebben de winkels gerestyled en alle hoeken en gaten schoongemaakt. In Weesp zaten we net in een fase van verhuizing en konden we gewoon door met het gebruiksklaar maken van het nieuwe pand.

‘De drukte bij de inbreng van spullen was nauwelijks te bevatten’

De inbreng van goederen is nooit gestopt, maar gebeurde nu zonder klantcontact. Je kon spullen op tafels en in rekken achterlaten. Die werden dan later door ons gecontroleerd en verwerkt. Omdat iedereen ging opruimen, werden we echt overstelpt. Op een gegeven moment waren de winkels gewoon vol en moesten we grote spullen zelfs tegenhouden. De drukte bij de inbreng was nauwelijks te bevatten.’

Door welke maatregelen kon u toch weer open?

‘Het belangrijkste was een deurbeleid met eerst maximaal dertig klanten per uur die ook niet langer dan een uur binnen mochten zijn. Iedereen moest bovendien met een wagentje of mandje naar binnen, dat telkens werd gedesinfecteerd. Verder vroegen we klanten om alleen en dus ook zonder kinderen te komen en hebben we horeca en klanttoiletten gesloten. Als pilot ging de vestiging Naarden als eerste mondjesmaat open. Daarna zijn we langzaam gaan uitbreiden naar meer uren en meer vestigingen.’

Wilden uw medewerkers weer aan de slag?

‘Dolgraag. Sommigen belden al in de eerste weken om te vragen of ze weer mochten komen. Nu is bijna iedereen er weer, behalve een enkeling waarvan de arts het niet verantwoord vindt. De gezondheid van onze mensen is onze grootste verantwoordelijkheid. Daarom hebben we extra maatregelen genomen als mondmaskers, schermen bij de kassa’s en hesjes zodat ze herkenbaar zijn. We halen inmiddels weer goederen op, maar vragen mensen om de spullen bij de deur neer te zetten zodat onze chauffeurs de huizen niet in hoeven. Ze dragen bovendien een soort beschermhelmen. Sowieso checken we elke dag of onze mensen zich veilig genoeg voelen.’

‘Discussies aan de deur gaan vooral over het niet toelaten van kinderen’

Hoe reageren de klanten?

‘Het gros werkt prima mee, maar we merken wel dat de regels steeds lastiger zijn vol te houden en dat er meer discussie aan de deur ontstaat, met name over het al dan niet toelaten van kinderen. Als je hele gezinnen toelaat, zit je al gauw aan het maximumaantal bezoekers. Bovendien levert het onrust op omdat kinderen rondrennen en zich niet aan de afstandsregels houden. Toch denken we na over versoepeling op dit punt, want we vinden het ook vervelend als we zien dat mensen hun kind bij de ingang parkeren of in de auto achterlaten.’

Wat zijn de financiële consequenties van de lockdown?

‘Die zijn groot, want we hebben een tijdlang niets kunnen verkopen en zitten nog steeds niet op het niveau van voor corona terwijl de kosten gewoon doorlopen. De salarissen van onze medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt zijn slechts deels gesubsidieerd en we hebben ook een aantal reguliere krachten. Er rijden zeven wagens rond en we huren grote panden waarvoor we ook gas, licht en elektra moeten betalen. Vergeet bovendien niet dat we het met heel veel kleine prijsjes moeten verdienen. We krijgen de spullen weliswaar gratis, maar niet alles is verkoopbaar. We moeten echt alles checken op volledigheid en verkoopbaarheid en vervolgens beprijzen en etaleren. Dat is een gigantisch karwei. Alles wat er na zes weken niet verkocht is, raken we niet meer kwijt en moeten we dus storten. Dan kost het ons zelfs geld.’

Hoe ziet u de toekomst?

‘We hebben een lijst opgesteld met alles wat we anders zijn gaan doen en voeren nu met alle teamleiders het gesprek over wat blijft en wat niet. Houden we vast aan pinnen? Blijven we bij een maximumaantal mensen in de winkels? Gaat de horeca weer open en hoe dan? Willen we de klantentoiletten weer openen, ook al worden die best vies achtergelaten en soms oneigenlijk gebruikt? Voorop staat dat we ontzettend blij zijn met alle mensen die al die tijd spullen zijn blijven inleveren en nu gewoon weer komen en met ons meedenken. Dat weegt op tegen de enkeling die niet bereid is zich aan regels te houden. Eigenlijk zijn we met z’n allen, inclusief klanten, bezig de winkel opnieuw uit te vinden.’

Tekst: Emely Nobis – Foto’s: TominGroep/De Kringloper