ANALYSE
De cijfers schieten op dit moment omhoog. De aantallen doden en geïnfecteerden door COVID-19, zoals de Wereldgezondheidsorganisatie sinds deze week de nieuw ontdekte stam van het coronavirus noemt, beginnen beklemmende proporties aan te nemen.
Van 1.116 vandaag ineens naar 1.367 sterfgevallen, ruim 200 doden erbij binnen een etmaal. Van 44.765 vastgestelde besmettingen naar 52.586, in diezelfde 24 uur. En dat terwijl alle coronavirus-volgende wetenschapsschrijvers -en journalisten in de afgelopen drie weken telkens beduidend kleinere proporties toevoegden aan de stand van de dag ervoor.
Is er iets veranderd? Ja en nee. Is de epidemie plotseling in een stroomversnelling terecht gekomen? Nee, vrijwel zeker niet. Wat is er dan aan de hand? Waar komt deze hogere versnelling in de ziekteaantallen dan vandaan?
Testkit
Het antwoord is eenvoudig, maar verstrekkend en met tal van diepere lagen: de Chinese (gezondheids)autoriteiten hebben tot een andere manier van tellen en registreren besloten. Vanaf nu worden niet alleen de slachtoffers geteld bij wie met een virale testkit vastgesteld is dat ze daadwerkelijk geïnfecteerd zijn met het virus; óók de mensen met verschijnselen (hoesten, kortademigheid of een longontsteking) die kenmerkend zijn voor de corona-longziekte worden nu meegeteld. Dat wil zeggen, als de longinfectie ook op de MRI-scan zichtbaar is.
Het betekent dat de wereld in de afgelopen weken een beeld van de epidemie heeft gekregen dat vertekend was. In werkelijkheid is de omvang van de virusverspreiding groter, dat werd al langer geopperd. Maar hoeveel groter weet niemand, zelfs de scherpst analyserende experts blijven ons het antwoord schuldig. Je kunt zeggen dat de koerscorrectie die nu is ingezet in elk geval een realistischer beeld geeft van wat er – in China – nu gaande is. En misschien blijft het niet bij deze ene verfijning.
Het grote voordeel van deze tussentijdse correctie kan zijn dat patiënten met verschijnselen van de besmetting nu ook eerder in behandeling worden genomen. En dat zal uiteindelijk vele levens kunnen redden. Er zijn in de afgelopen weken waarschijnlijk veel mensen overleden, bij wie niet officieel was vastgesteld dat ze corona-geïnfecteerd waren, maar die wel erg dicht bij het beeld van de ziekte kwamen. Als ze eerder waren behandeld voor corona….? Tja, mogelijk waren ze dan nu nog wel in leven geweest.
Eerlijker beeld
Er is evenwel een groeiend capaciteitsprobleem in de Chinese zorg: te weinig zorgwerkers, teveel mensen in bed, en oplopende ziektecijfers.
Ook klinkt al wekenlang een steeds luidere roep vanuit de bevolking dat de overheid zich moet inspannen om een eerlijk(er) beeld te geven van de epidemie. Die oproep is er ook vanuit de academische wereld in China, sinds de dood van de jonge Chinese oogarts Li Wenliang. Hij nam de eerste besmettingen met – wat hij noemde – een ‘SARS-achtig virus’ waar, waarschuwde daarvoor, werd gearresteerd, raakte zelf ook besmet, waarna hij stierf.
De bijstelling van de cijfers kan worden gezien als een reactie van de Chinese overheid op ‘de stem van het volk en zijn academici’. Dat lijkt positief, bijna alsof de epidemie alles-overstijgend is. Intussen bereiken ons echter alweer berichten als zou de overheid ‘op zoek zijn’ naar wie toch die academici zijn die afgelopen week een petitie voor meer openheid hebben ondertekend…?
Dit alles gezegd hebbend, echoot de opmerking mij door het hoofd die ik deze week hoorde vanuit een groepje Nederlanders op een marktplein: ‘Ach, het zal mij een zorg wezen: China is ver weg! Voor mij is het ver van mijn bed. Ik slaap er niet slechter door’. De spreker kreeg volop bijval. Het tekent de lage belangstelling voor (berichtgeving over) het coronavirus. Iets dat omslaat zodra hier in Nederland de eerste besmettingen een feit zijn. Dan pas is de wereld te klein.

Foto: Pixabay/AMRothman
‘Ach, het zal mij een zorg wezen: China is ver weg! Voor mij is het ver van mijn bed. Ik slaap er niet slechter door’, klonk het vanuit een groepje mensen op een Nederlands marktplein. De spreker kreeg volop bijval.