Snotterschaamte dringt zich op. Een sniffende vriend van ons gaf toe dat het veel gesmoes achter zijn rug opleverde: moet die man niet thuis in quarantaine?

Beeld: Pixabay/PublicDomainPictures

Allergisch voor allergie-behandeling

We zijn alweer in de tweede helft van het jaar en veel mensen hebben nog altijd allergische klachten. Een vriend van ons snotterde gedurende het hele diner in de buitenlucht op een Amsterdams terras. Het gesprek komt vrijwel automatisch op zijn gesnif en gesnuif, Covid en griep. Logisch, want snotterschaamte dringt zich op. Hij geeft toe dat dit ook in de vorige zomers veel gesmoes achter zijn rug opleverde. “Heeft die man niet gewoon corona en moet hij niet thuis in quarantaine?”

Besmettelijkheid

Corona was nog maar net begonnen of ik haalde de televisie al op het plein waaraan wij wonen. Een interviewster van EditieNL hield een anderhalve meter lange microfoon voor mijn neus om mij uit te laten leggen dat niezen niet alleen bij corona voorkomt, maar ook bij allergie. Dat al niezend een winkel doorlopen inderdaad verkeerd kan worden uitgelegd. De symptomatologie tussen corona en allergie – beter gezegd: inhalatieallergie – is vergelijkbaar als het om de neusklachten gaat, maar allergie is niet besmettelijk! Dat velen dat verschil lastig vinden is na twee jaar Covid wel duidelijk geworden.

Inhalatieallergie komt veel voor. Percentages als ‘30% van de Nederlandse bevolking’ worden gehaald. Niet alleen allergie voor grassen en bomen, maar ook allergie voor huisstofmijt, kat en hond mogen in dit rijtje niet ontbreken. Voedingsmiddelenallergie is een andere tak van sport, maar er bestaan verbindingen tussen boompollenallergie en allergie voor bijvoorbeeld appels. Dit wordt het ‘pollen voedsel syndroom’ genoemd; een onhandige combinatie om te hebben.

Preventie

Mijn les over inhalatieallergie aan de doktersassistenten-in-opleiding laat snel zien dat die 30 procent klopt, want zes van de 20 steken hun vinger op bij de vraag “Wie heeft een allergie?”

Verder valt direct op dat er weinig kennis is over inhalatieallergie. Werk aan de winkel dus. Ik heb er ervaring mee, want het allergie-lesje heb ik vele malen opgedreund. Het is opvallend hoe weinig mensen weten dat inhalatieallergie drie pijlers kent van behandeling. Preventie (pijler-1), zoals zo vaak, bestaat uit voorkomen van contact tussen allergeen en slijmvlies. Vele tips en tricks zijn bedacht, die niet alle even goed werken, maar soms al voor veel verlichting en ‘opluchting’ kunnen zorgen.

Allergie-economie

De medicamenteuze aanpak (pijler-2, ) die symptomen tegengaat is veelal bekend. Toch wordt slaperigheid bij gebruik van antihistaminica door mijn studenten direct als vervelende bijwerking genoemd. Dat is jammer en mogelijk achterhaald, want de afgelopen 20 jaar is daar juist veel verbeterd. Ook de combinatie van een lokaal werkend corticosteroïd met een lokaal werkend antihistaminicum is niet bekend. Mijn doktersassistenten-in-opleiding kennen het gewoonweg niet door het voorschrijfgedrag van hun baas (de huisarts). Naar mijn mening hebben veel huisartsen ook niet door hoe de lijdensweg van een inhalatieallergiepatiënt verloopt. Die gaat namelijk niet over rozen, maar wel over slapeloze nachten en vermoeidheid overdag. Onze economie lijdt er ook fors onder als je bedenkt hoeveel werkdagen er verloren gaan.

Barrière

Mogelijk is veel van het leed te verminderen, maar huisartsen geloven er niet in, zodat een voor de hand liggende oplossing: allergische immunotherapie (pijler-3, ook wel AIT genoemd) niet aan een patiënt wordt voorgesteld (lees: huisartsenbarrière). De NHG-standaard, het recept voor ziekteaanpak door de huisarts, heeft het niet over deze vorm van behandeling. Het advies aan huisartsen luidt: De plaats van immunotherapie in de eerste lijn is beperkt.

Doodzonde, want voor een grote categorie patiënten is het een verademing, zo laat ander wetenschappelijk onderzoek overduidelijk zien. De behandeling duurt lang, dat is waar: drie jaar, maar na één jaar is bij graspollen-, boompollen- en huisstofmijtallergie al effect te bemerken. Ging de behandeling vroeger met een maandelijkse subcutane prik (onder de huidse prik; lees: scit), nu is een dagelijkse smelttablet onder de tong (lees slit: onder de tong zuigtablet) net zo effectief en zelf te doen. Allergologen en KNO-artsen schrijven het voor. Maar slecht de inhalatieallergiepatiënt de ‘huisartsenbarrière’? Degenen die dat deden – veelal op eigen initiatief – waren er vrijwel allen gelukkig mee en ik ben blij dat ik ze die behandeling niet heb onthouden.

Thuisgekomen toch maar een appje met link gestuurd aan mijn vriend om nogmaals te benadrukken dat ook hij mogelijk baat heeft bij allergische immunotherapie.

Beeld: Mohamed Hassan/Pixabay

Veel huisartsen hebben, weet ik, niet door hoe de lijdensweg van een inhalatieallergiepatiënt verloopt. Die gaat namelijk niet over rozen, maar wel over slapeloze nachten en vermoeidheid overdag.