Al twee maanden zijn we thuis. Onze wereld is verkleind tot de woonkamer of de werkkamer. Daar werken we nu en wachten de komst af van het verlossende vaccin. En voor de rest? Wat doet de CoronaBurger met zijn overmaat aan tijd? Op Meer over Medisch laten we haar en hem aan het woord, in persoonlijke vertellingen uit de 1.5-metersamenleving.

Sterre van der Zwan (33) is onderwijzeres op de Osdorpse Montessorischool in Amsterdam. Na zes weken onderwijs op afstand en twee weken vakantie gaat de school vanaf 11 mei weer open. Kinderen blij, juf blij. ‘We missen elkaar echt.’

 

Wat is uw dagelijkse werk?

‘Ik geef les in de middenbouw aan kinderen van zes tot negen, dus groep 3, 4 en 5. In het Montessorionderwijs volgt elk kind een eigen leerlijn. Je geeft dus niet klassikaal les, maar begeleidt leerlingen individueel. Meestal zijn de lessen om drie uur afgelopen. Daarna bereid ik dingen voor of zijn er vergaderingen.’

En toen moesten de kinderen thuis blijven.

‘We hebben daardoor een megasprong gemaakt in het digitaliseren van ons onderwijs. Toevallig waren we al een computerprogramma aan het testen als aanvulling op ons rekenonderwijs. Dat zijn we voor de meeste vakken in de midden – en bovenbouw gaan gebruiken. Als de kinderen op internet aan hun opdrachten werkten, konden we letterlijk meekijken en dan via Microsoft Teams met ze chatten. De eerste drie dagen van de lockdown kwamen alle leerkrachten naar school om dit te regelen, inclusief het versturen van inlogcodes en uitleg naar ouders. Daarna ben ik niet meer op school geweest. De lessen gingen tot aan de meivakantie wel door. De afspraak was dat iedereen tussen 10 en 12 online zou zitten om vragen van kinderen te beantwoorden of les te geven, maar als ik zag dat een leerling toch pas ’s middags online ging, hielp ik hem of haar toch zo veel mogelijk. Daarnaast had ik via Zoom twee keer per week videocontact: één keer met de hele klas en één keer in groepjes. Zo zorgden we ervoor dat de kinderen ook elkaar bleven zien.’

Blij dat de scholen weer beginnen?

‘Absoluut. Ik mis de kinderen echt. Als we tot na de zomer hadden moeten wachten, was dat meteen het afscheid geweest van de leerlingen van groep 5. Superfijn dus dat ik ze nog kan zien. Bovendien maak ik me zorgen over sommige kinderen, met name over hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Sommige leerlingen waren moeilijk te bereiken, telefoons werden niet opgenomen, je bent te ver weg om te helpen als je ziet dat het niet goed gaat… dat is soms echt schrijnend. De meeste kinderen willen zelf ook dolgraag weer komen. In veel chatgesprekken is het: ‘Ik mis je’ of ‘ik mis school’. ’

Een aantal leerkrachten komt overigens niet naar school omdat ze in de risicogroep zitten.

Hoe richten jullie de 1.5-metersamenleving in?

‘De leerlingen hoeven onderling geen afstand te houden. Wij wel van de leerlingen, maar dat zie ik niet gebeuren. Kleine kinderen zijn aanrakerig. Omdat we individueel lesgeven, zit ik bovendien letterlijk naast ze om te helpen, hun werk na te kijken en feedback te geven. Hoe moet ik dan afstand houden? En wat doe je als een kind valt? Als leerkrachten zullen we wel de onderlinge afstand bewaren. Zo lunchen we normaal samen in de teamkamer, maar die blijft nu gesloten. Ouders mogen de school en zelfs het schoolplein sowieso niet op en kinderen mogen na de les niet blijven hangen. Anders dan de overheid adviseert, kiezen wij ervoor kinderen niet hele maar halve dagen naar school te laten gaan. We geloven echt in de meerwaarde van een dagelijks ritme. Wel plannen we een uur tijd tussen beide groepen zodat ze elkaar niet tegenkomen.’

Maakt u zich zorgen over uw eigen veiligheid?

‘Zelf ben ik niet bang heftig ziek te worden als ik toch besmet raak. Het voelt wel een beetje dubbel dat ik de leerlingen weer mag zien maar mijn eigen neefje niet mag knuffelen. Een aantal leerkrachten komt overigens niet naar school omdat ze in de risicogroep zitten. Die gaan straks leerlingen helpen tijdens het dagdeel dat ze niet op school zijn maar wel thuis aan opdrachten werken.’

Hoe zit u er thuis bij?

‘Ik trek sneller een joggingbroek aan en zit vaak op het balkon in de zon. Verder werk ik aan de eettafel, terwijl mijn vriend, die nu ook thuis werkt, in dezelfde ruimte achter het bureau zit. Dat kan niet anders, want we wonen in een tweekamerappartement. Het gaat gelukkig best goed.’

Wat bent u door de lockdown misgelopen?

‘Ik zou met mijn moeder, zus en broer naar New York zijn gegaan: een cadeautje van mijn moeder. Dat is geannuleerd. De geplande schooluitjes naar Artis en attractiepark De Goudvis zullen ook wel niet doorgaan.’

Wat gaat u doen na de lockdown?

‘Mijn neefje knuffelen. Weer naar de wekelijkse tennisles, uit eten en naar de bioscoop. Hoewel ik me nu suf wandel met vrienden, mis ik ook de echte sociale contacten. Mijn Spaanse les op dinsdagen ging gelukkig via Zoom wel door, inclusief huiswerk. Dat gaf toch wat structuur.’

Emely Nobis