BILTHOVEN – Zwemmers die liever kilometers maken in het vrije open water dan in een afgemeten zwembad krijgen daar vaker antibiotica-ongevoelige bacteriën binnen dan de gemiddelde Nederlandse overdekte baantjestrekker.
In de darmen van frequente open water-zwemmers worden zeer regelmatig dergelijke resistente ziekteverwekkers aangetroffen. Dat blijkt uit onderzoek door het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.
Dit betekent, concludeert de studie, dat er een reële kans bestaat dat zwemmers in open water in contact kunnen komen met resistente bacteriën. ,,Aandacht voor de kwaliteit van oppervlaktewater waarin gezwommen wordt, blijft daarom van het grootste belang”, zegt het rijksinstituut. Antibioticaresistentie bij bacteriën is een reële bedreiging voor de volksgezondheid.
Zwemevenement
Wetenschappers van de dienst onderzochten de ontlasting van deelnemers van open water zwemwedstrijden en city swims, die in de maanden mei tot en met september van 2017 en 2018 werden gehouden. Monsters voor onderzoek werden genomen tijdens onder meer de Amsterdam City Swim, de Swim to fight cancer in Apeldoorn (evenals soortgelijke evenementen in Delft, Den Bosch, Doetinchem, Dordrecht, Hoorn en Haarlem), en De vrije slag door Zutphen-de Berkel en Zutphen-de IJssel. Ook tijdens de LoveSwim Amsterdam (& de Amstel) en de Groningen Swim Challenge waren RIVM-onderzoekers aanwezig.
Aan de deelnemers werd gevraagd een ontlastingsmonster op te sturen voor en na een bepaald evenement en een vragenlijst in te vullen. Zij controleerden of daarin resistente ofwel ongevoelige bacteriën voorkwamen, zoals de ESBL*-producerende E. coli-bacterie**. Dit deden zij voor én na het evenement, zo blijkt uit hun uitleg. Het aantal zwemmers bij wie dat het geval was, was voor en na het evenement gelijk (74 procent), maar dus hoger dan bij de gemiddelde Nederlander. De kans is groot dat er geen verschil was tussen ‘voor en na’ het zwemevenement, omdat deze mensen vaker in open water trainen. Zo kunnen zij vaker in contact komen met de bacteriën.
Mensen komen niet alleen via oppervlaktewater in aanraking met resistente bacteriën. Dit kan ook via ándere mensen, via de omgeving, via contact met dieren of via het eten van (dierlijke) producten, stelt het RIVM. ,,Het is belangrijk om goed te weten hoe resistente bacteriën zich verspreiden. Met die kennis kunnen effectieve maatregelen worden ontwikkeld en ingezet.”
Wereldwijd worden bacteriën steeds vaker ongevoelig voor antibiotica. In Nederland zijn de cijfers voor de belangrijkste resistente bacteriën laag in vergelijking met andere Europese landen, menen de onderzoekers.
Informatiebord
Het RIVM adviseert organisatoren van zwemwedstrijden om de kwaliteit van oppervlaktewater te onderzoeken. Daarnaast raadt het RIVM mensen aan om te zwemmen op officiële of andere goed onderzochte zwemlocaties. De kwaliteit van water van officiële locaties moet voldoen aan de Europese regels. Officiële zwemlocaties zijn te herkennen aan een lichtblauw informatiebord bij de zwemlocatie.

Bij talloze open water-zwemevenementen werden bacteriële monsters genomen. Foto: Pixabay
* ESBL staat voor Extended Spectrum Beta-Lactamase. Het gaat hier om een bacterie die ongevoelig is voor één (of meer) van de antibiotica die de arts als eerste keus zou willen gebruiken bij de behandeling van een infectie. ESBL is dus niet de naam van de bacterie, maar wijst op de eigenschap om resistent voor antibiotica te zijn. Er zijn verschillende soorten bacteriën, met verschillende namen, die allemaal ESBL positief kunnen zijn. Een ESBL valt ook onder de groep van BRMO-bacteriën. Bacteriën die ESBL positief zijn, zijn in staat om meerdere soorten antibiotica af te breken waardoor deze antibiotica niet meer werkzaam zijn. Van een ESBL-bacterie wordt u niet zieker dan van een bacterie die gevoelig is voor antibiotica. Wanneer deze ESBL-bacterie een infectie veroorzaakt (zoals bijvoorbeeld een urineweginfectie of wondinfectie) is dit echter wel moeilijker te behandelen. Bron: isala.nl
** E.coli of Escherichia coli is een groep bacteriën die van nature aanwezig is in de darmen van mensen en warmbloedige dieren. In de dikke darm is E. coli nuttig, omdat hij uitgroei van andere schadelijke bacteriën voorkomt. E. coli is een relatief onschuldige bacterie: het is een zogenaamde ‘commensale’ darmbacterie. Normaal gesproken veroorzaakt E. coli geen ziekte bij gezonde mensen, maar kan in mensen met verminderde weerstand, zoals ouderen en ziekenhuispatiënten, wel ziekte teweegbrengen. In het bijzonder als de bacterie op een andere plek dan de darmen terecht komt, zoals in de urinewegen, kan hij ziekte veroorzaken. E. coli is een van de belangrijkste veroorzakers van blaasontsteking.