Geringe voorraden vaccin eerst inzetten tegen ‘ter vermindering van ziekte en sterfte’ in risicogroepen
DEN HAAG – Zestigplussers en mensen uit medische risicogroepen met chronische ziekten als hart- en longaandoeningen, vormen van kanker en diabetes mellitus zouden als eersten in aanmerking moeten komen voor vaccinatie tegen coronabesmetting.
Zo luidt het advies van de Covid-19 commissie van de Gezondheidsraad aan het kabinet, dat eerder vandaag werd aangeboden aan minister De Jonge van Volksgezondheid. Ook medewerkers in de zorg met dírect patiëntencontact zouden daarbij voorrang moeten krijgen, ,,Omdat ze een verhoogd risico lopen om besmet te raken.”
Kwetsbaar
De groepen kwetsbare mensen die een verhoogd risico lopen op een ernstiger ziektebeloop en sterfte omvatten ook mensen met chronische nier-insufficiëntie, met een afweerstoornis of mensen behandeld met immuunsuppressiva (die leiden tot verminderde weerstand tegen luchtweginfecties) Ook mensen met een verstandelijke beperking, thuiswonend of in instellingen, en verpleeghuisbewoners behoren tot de groepen met vaccinvoorrang.
De Raad zegt bij de te verwachten vaccinschaarste die er – zeker in het begin- zal zijn, de beschikbare entstof eerst te willen inzetten ‘ter vermindering van ziekte en sterfte’. De eerste één of twee coronavaccins (van Pfizer en Moderna) komen mogelijk al in de eerste maanden van het komend jaar beschikbaar.
Zorgmedewerkers en mantelzorgers
Als 60-plussers en mensen die al andere specifieke ernstige aandoeningen hebben om medische redenen niet zelf gevaccineerd kunnen worden, kunnen zorgmedewerkers en mantelzorgers die een besmettingsrisico voor hen vormen het vaccin ontvangen, meent de Gezondheidsraad.
Hoewel de beschikbaarheid van de entstof waarschijnlijk gering is, heeft een groeiend aantal mensen laten blijken géén coronavaccin te willen ontvangen, omdat zij weinig of geen vertrouwen hebben in de veiligheid ervan.