Hartstichting: ‘Signalen van naderend hartfalen zijn nog te onbekend’
DEN HAAG – Achteraf bezien, erkent Ineke Faas, had zij al veel langer gezondheidsklachten ,,Als ik me inspande werd ik bijna altijd kortademig, bijvoorbeeld bij het traplopen. Met fietsen hield ik anderen moeilijk bij. Nu fiets ik af en toe weer voorop.”
Ineke was een van de ruim 255.000 zestigplussers in Nederland bij wie een aanstaand hartfalen niet herkend werd, simpelweg omdat zij zelf geen actie richting medisch onderzoek ondernam. Lang, veel te lang, liep Ineke door met haar klachten, zeker sinds zij eind vijftig was. Toch voelde zij zich vaak moe, kortademig en had zij regelmatig last van pijn tussen haar schouderbladen. Maar, ze had er geen idee van dat haar klachten rechtstreeks met haar hart te maken hadden. Toch was dat wél het geval.
Serieus hartprobleem
Kortademig, vermoeid, vocht vasthouden… Dit soort ‘gezondheidsprobleempjes’ wordt dikwijls verward met andere kwalen dan een serieus hartprobleem. Dat het daarmee wel degelijk te maken heeft, dat het een teken is dat het hart minder goed begint te werken, dat soms ook al sprake is van vergevorderde schade, dat dringt vaak niet door tot degene die er last van heeft. Dit blijkt uit onderzoek van de Hartstichting.
,,Ik was aan het zwemmen”, vertelt mevrouw Faas. ,,In het zwembad kreeg ik het plotseling heel benauwd, het leek een soort astma-aanval. Per ambulance werd ik naar het ziekenhuis vervoerd. Veel dokters aan het bed, injecties met prednison en zuurstof. Maar er werd geen oorzaak gevonden. Aan het hart werd niet gedacht. Ik mocht weer naar huis.”
Sluipend
Hartfalen is een toestand waarbij het hart niet genoeg bloed rondpompt en waarbij organen onvoldoende zuurstof krijgen. Het is ook de snelst groeiende hartziekte van Nederland. In tegenstelling tot een hartinfarct of hartstilstand, die plotseling optreden, ontstaat hartfalen meestal sluipend. De pompfunctie neemt langzaam af en leidt in het begin alleen tot klachten bij activiteiten’. ,,Meer dan de helft van de patiënten zien we na een aantal maanden behandelen als een totaal ander mens terug”, vertelt cardioloog Jan Willem Borleffs. ,,Velen kunnen na een paar weken de trap al weer op en activiteiten buitenshuis ondernemen, terwijl ze dat eerst niet meer konden. Onderzoek en behandelen is echt de moeite waard.”
Behalve de patiënt zelf, verkeert de huisarts in een sleutelpositie om hartfalen vroeg te herkennen. Huisarts en onderzoeker Frans Rutten: ,,We merken in de praktijk dat patiënten de klachten afzwakken of wegwuiven en naar andere verklaringen zoeken, zoals: ‘Het zal wel de leeftijd zijn’, ‘ik maak me vast te druk de laatste tijd. Pas als de huisarts goed doorvraagt komt mogelijk aan het licht dat het om hartfalen gaat.” Symptomen zoals kortademigheid, vermoeidheid en vocht vasthouden worden regelmatig verward met andere ziekten, stress of algemene ouderdomsklachten.
Tekst leest door onder foto
Ineke Faas, het gaat haar weer goed – Beeld: Hartstichting
Behandeling
Met behulp van eenvoudig onderzoek (een bloedtest en een hartfilmpje) kan de huisarts testen of klachten door hartfalen kunnen komen. Wanneer behandeling vroeg start, leidt dit tot verbetering in kwaliteit van leven en vaak tot een betere levensverwachting.
Bij bijna een kwart miljoen mensen (240.000) in Nederland is vastgesteld dat zij met hartfalen kampen. Hartfalen komt het meeste voor bij mensen boven 65 jaar. Maar ook jongere mensen kunnen hartfalen hebben. Hartfalen heeft altijd een oorzaak, zoals bijvoorbeeld een doorgemaakt hartinfarct, een slecht werkende hartklep of langdurig een hoge bloeddruk. Het komt vaak voor in combinatie met een andere aandoening, zoals de longziekte COPD of diabetes.
Enkele van de voornaamste bevindingen uit het onderzoek zijn:
- Bij klachten passend bij aanstaand hartfalen denken mensen vaak niet dat het van hun hart komt;
- Mensen stellen een bezoek aan de huisdokter uit, omdat ze de arts niet lastig willen vallen met ‘vage’ klachten.
- Wanneer mensen beter geïnformeerd zouden zijn over hartfalen en de symptomen die daarnaartoe leiden, zouden ze wél sneller naar de huisarts zijn gegaan.