Nederlandse en Amerikaanse wetenschappers ontrafelden hoe middelen zoals Ritalin werken in de hersenen.

NIJMEGEN/RHODE ISLAND (VS) – Ritalin, een veel voorgeschreven middel bij narcolepsie (slaapzucht) en de ‘concentratiestoornis’ ADHD, blijkt inderdaad de prestaties van de gebruiker te kunnen verhogen… maar niet door het brein een ‘boost’, een oppepper, te geven, zoals velen ten onrechte denken.

Een nieuwe studie door wetenschappers van het Radboudumc in Nijmegen en de Brown Universiteit (Rhode Island, VS), ontrafelt hoe middelen zoals Ritalin werken in de hersenen, en zet vraagtekens bij enkele opvattingen over het recreatieve gebruik ervan. De bevindingen van de onderzoekers zijn deze week gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Science. https://science.sciencemag.org/content/367/6484/1362

Motivatie

,,Mensen denken vaak dat zij zich beter kunnen concentreren door Ritalin en Adderall”, schrijven de Nijmeegse en Amerikaanse onderzoekers in een gezamenlijk artikel in dit vaktijdschrift. ,,En in zekere zin is dat ook zo. Uit deze studie blijkt echter dat we ons voor een deel beter kunnen concentreren doordat deze middelen onze cognitieve motivatie verhogen. We ervaren meer het voordeel en minder de kosten bij het overwegen van een inspannende taak. Dit effect staat los van eventuele veranderingen in ons daadwerkelijke vermogen de taak uit te voeren.”

Deskundigen: Volwassenen die Ritalin gebruiken lopen het risico op zeer ernstige bijwerkingen.

Ook al is sprake van enige afname in het gebruik bij kinderen en jongeren met ADHD, toch verstrekten Nederlandse openbare apotheken in 2018 aan 206.000 personen methylfenidaat, de werkzame stof van middelen zoals Ritalin. Dat blijkt uit gegevens van de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK). Verontrustend blíjft dat in de afgelopen jaren steeds meer  volwassenen met ADHD middelen als deze zijn gaan gebruiken, hoewel daartegen sterk werd gewaarschuwd. Volgens de experts kunnen bij volwassenen ernstige fysieke bijwerkingen optreden, zoals hartproblemen, en zijn er psychische complicaties, zoals depressie, agressie en is er verband met (neigingen tot) suïcidaliteit.

Smart pills

Ritalin zorgt ervoor dat er meer dopamine vrijkomt in het striatum, dat is een belangrijk gebied in de hersenen dat een rol speelt bij motivatie, handelingen en cognitie. Dopamine is een molecuul dat ervoor zorgt dat signalen worden overgebracht tussen zenuwcellen. Uit eerdere studies bleek dat hogere dopamine-niveaus mensen en knaagdieren gemotiveerder maakt om lichamelijk inspannende taken uit te voeren. ,,Dit riep de vraag op of dit ook het geval is bij cognitieve taken: maken stimulerende middelen ons beter in het uitvoeren van onze taken, of maken ze ons meer gemotiveerd om ze te doen?”, zo zeggen de onderzoekers.

De studie werd opgezet nadat het team van het Radboudumc, onder leiding van hoogleraar cognitieve neuropsychiatrie Roshan Cools, iets opmerkelijks had waargenomen. De onderzoekers zagen dat de werkzaamheid van medicijnen die dopamine-receptoren stimuleren (toegepast bij bijvoorbeeld de ziekte van Parkinson) sterk verschilt per persoon, en dat dit effect kon worden voorspeld aan de hand van het individuele basisniveau van dopamine. De onderzoekers wilden nagaan of dit ook geldt voor methylfenidaat, het actieve bestanddeel van middelen zoals Ritalin en Concerta, die door veel mensen met ADHD gebruikt worden, maar ook als ‘smart pills’ door gezonde mensen om hun cognitie en prestaties te verbeteren.

Experiment

Cools, werkzaam bij het Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour, werkte samen met onderzoekers Michael Frank en Andrew Westbrook van Brown University die een wiskundig model hadden gebouwd van de effecten van dopamine. Dat model geeft aan dat dopamine invloed heeft op de manier waarop het striatum de nadruk legt op de voordelen in plaats van de kosten van het voltooien van fysieke en mentale taken. Om dit model te testen onderzocht zij met haar team een groep van 100 gezonde volwassenen tussen 18 en 43 jaar. Aan de hand van een PET-scan bepaalden de onderzoekers bij elke deelnemer het basisniveau dopamine. Vervolgens vroegen ze of de deelnemers een aantal cognitief inspannende taken wilden uitvoeren. Sommige taken waren gemakkelijker dan andere. Er werden verschillende bedragen toegekend, waarbij gold dat de deelnemers die de moeilijkste taken uitvoerden, het meeste verdienden.

Onderzoekers: Mensen denken vaak dat zij zich beter kunnen concentreren door Ritalin en Adderall.

De deelnemers deden drie keer mee aan het experiment: één keer na inname van een placebo, één keer na inname van methylfenidaat en één keer na inname van sulpiride, een antipsychoticum dat in hoge dosering wordt toegediend ter behandeling van schizofrenie en ernstige depressieve stoornissen, maar wat, naar verwachting, bij een lage dosering de dopaminespiegel verhoogt.

De resultaten van het onderzoek kwamen overeen met het wiskundige model. Uit de beslissingen van de deelnemers met een lage dopaminespiegel bleek dat zij zich meer richtten op het vermijden van moeilijke cognitieve taken. Met andere woorden: zij waren gevoeliger voor de kosten van het uitvoeren van de taak. Uit de handelingen van de deelnemers met een hoge dopaminespiegel bleek daarentegen dat zij gevoeliger waren voor het verschil in de hoeveelheid geld die ze konden verdienen. Met andere woorden: zij richtten zich meer op de mogelijke voordelen van het uitvoeren van de taak. Het maakte niet uit of de dopaminespiegel van nature of als gevolg van de medicijnen hoog was.

Foto: Silviarita/Pixabay

Achtergrond: dopamine en beslissingen

Het basisniveau van dopamine verschilt per persoon. Maar of het nu hoog of laag is; de ene waarde is niet beter dan de andere. Iemand met een hoog gehalte aan dopamine kan bevredigende, geluksgevoel stimulerende risico’s aangaan, maar daarbij ook een grotere kans lopen op een blessure. Iemand met een lager dopamineniveau loopt die risico’s op verwonding of teleurstelling misschien niet, maar mist ook een deel van het avontuur. Daarbij zijn dopamine-niveau’s niet elke dag of de hele dag hetzelfde; ze kunnen afnemen in reactie op gevaar of slaaptekort, en toenemen in een veilige omgeving.

Kortom, de meeste mensen kunnen ervan uitgaan dat hun natuurlijke dopaminespiegel hen naar de juiste beslissingen zal leiden. Maar uit voorgaande studies is ook gebleken dat mensen met een erg lage dopaminespiegel — waaronder mensen bij wie een depressie of ADHD is vastgesteld — baat kunnen hebben bij medicijnen die de dopaminespiegel verhogen. Maar die medicatie zal niet per se iets verbeteren aan het leven van iemand die gezond is en ze recreatief gebruikt. Sterker nog: dergelijke middelen kunnen er zelfs toe leiden dat zij slechtere beslissingen nemen. Wanneer de dopaminespiegel van iemand die al een hoog basisniveau heeft nog verder stijgt, lijkt elke beslissing voordelig. Dit kan afleiden van taken die daadwerkelijk voordelen hebben.