- door Elke Lautenbag, UMC Utrecht
UTRECHT – Anne Visser-Meily, hoogleraar revalidatiegeneeskunde in het UMC Utrecht, vindt het belangrijk dat revalidatiezorg zo dicht mogelijk bij huis plaatsvindt.
,,Hier en daar klinkt de roep om dit landelijk te organiseren”, zegt ze. ,,Maar daar ben ik geen voorstander van. Patiënten willen na drie weken op de IC niets liever dan dichtbij huis zorg krijgen, zodat ze hun dierbaren vaak kunnen zien. De revalidatiesector kan deze zorg bieden, juist regionaal. Revalidatieartsen, specialisten ouderengeneeskunde en hun teams zijn goed ingebed in lokale zorgnetwerken en gewend om de vele stappen tussen de IC en de thuissituatie te overzien.”
Netwerken
Samen met collega hoogleraren Geertzen, revalidatiearts UMCG, en Achterberg, specialist ouderengeneeskunde LUMC, probeert zij dit signaal en de gezamenlijke ervaring met beroertezorg naar voren te brengen. Door vele jaren ervaring met patiënten met bijvoorbeeld een beroerte heeft de revalidatiezorg krachtige regionale netwerken gebouwd. Dat begint bij de revalidatieafdeling in het ziekenhuis en gaat van geriatrische revalidatiezorg in verpleeghuizen en medisch specialistische revalidatie in revalidatiecentra tot huisartsen en fysiotherapeuten dichtbij huis. ,,Datzelfde netwerk, waar patiënten ook poliklinisch kunnen worden opgevangen, vormt het ideale fundament voor de opvang van coronapatiënten”, zegt Anne Visser.

Prof. dr. Anne Visser. hoogleraar revalidatiegeneeskunde UMC Utrecht. Foto: Spierziektencentrum.nl
Wie lang op de IC ligt heeft in eerste instantie vaak te maken met verwardheid en een afname van de spierkracht. Daarnaast kunnen er onzichtbare problemen optreden. Visser: ,,Stress, stemmingsklachten en cognitieve problemen blijken veel voor te komen bij COVID-19-patiënten. Wanneer die niet goed worden behandeld, houden mensen vaak moeite met de terugkeer naar werk, hobby’s en relaties met dierbaren. In goede revalidatiezorg is er dus juist ook aandacht voor de naasten van een patiënt. Om te vragen hoe zij vinden dat het met deze patiënt gaat en om hen ondersteuning te bieden.”
Revalidatie begint op IC
Een goed revalidatietraject begint volgens de hoogleraar al op de IC. ,,Oefenen en structuur zijn niet alleen belangrijk voor het voorkomen van gewrichtsproblemen, doorligplekken en verwardheid, maar ook voor het herstel van spierkracht en het vergroten van de autonomie van de patiënt. Als de acute zorgfase voorbij is, wordt beoordeeld of patiënt naar huis kan of dat er nog een (poli-)klinisch revalidatietraject nodig is.”
De grootste groep coronapatiënten kan na IC en ziekenhuisafdeling direct naar huis. Dat betekent echter niet dat het revalideerproces daarmee stopt. Dan kan er bijvoorbeeld nog hulp van thuiszorg of fysiotherapie nodig zijn. Anne pleit ervoor dat er daarnaast in elk ziekenhuis een IC/COVID-19 nazorgpoli komt zodat alle patiënten in de gaten kunnen worden gehouden.” Patiënten moeten zich makkelijk kunnen melden bij een terugval. Problemen komen immers vaak pas naar voren als mensen hun ‘gewone leven’ weer gaan oppakken. Dat is vaak pas na drie tot zes maanden.”
De hoogleraar is ervan overtuigd dat de revalidatiesector is opgewassen tegen de vele zorg die nu en in de komende tijd heel erg nodig is. ,,Wij kunnen deze zorg bieden, juist vanuit betrokken netwerken in de regio. Want alleen door samen op te trekken met de mensen om een patiënt heen kunnen we hen de beste steun voor de toekomst geven.”