UMC Utrecht valt vooralsnog af en is verbitterd: Voorgenomen besluit is onbegrijpelijk!
DEN HAAG – De winnaars en verliezers in de strijd om de complexe hartzorg voor kinderen zijn bekend. Minister Ernst Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) heeft het UMC Groningen en het Erasmus MC in Rotterdam aangewezen als dé centra voor kinderhartzorg in Nederland. Daarmee komt de bewindsman terug op de aanvankelijke wens van zijn voorganger, CDA-minister Hugo de Jonge, dat kinderen met een aangeboren hartafwijking uitsluitend terecht zouden kunnen in Rotterdam en Utrecht.
Zorgkwaliteit
De D66-minister heeft met zijn uiteindelijke keuze de knoop doorgehakt die steeds onontwarbaarder werd door het onderlinge geharrewar van de elkaar beconcurrerende vijf universitaire centra: in Utrecht, Amsterdam-Leiden (CAHAL), Rotterdam en Groningen. Kuipers had, tegen beter weten in, de vijf centra de kans gegeven “er zelf uit te komen”. Dat lukte niet, het ultimatum zou eind maart aflopen, maar het was al duidelijk dat er geen onderlinge overeenstemming kon worden bereikt. De specialistische hartzorg in Utrecht en Leiden/Amsterdam dient te worden afgebouwd; er komt daartoe een overgangsfase van 2,5 jaar.
Kuipers zegt in een schriftelijke reactie: “De discussie over concentratie van operaties bij patiënten met een aangeboren hartafwijking speelt al dertig jaar, terwijl breed wordt gedeeld dat dit van belang is voor de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg. Omdat het veld zelf helaas niet tot een beslissing kon komen, heb ik zelf een voorgenomen besluit genomen. Dit biedt duidelijkheid voor alle betrokken partijen: voor de zorgprofessionals, de bestuurders, maar veel belangrijker nog: voor de patiënt.” De minister spreekt in een bericht op Twitter tegen dat alle zorg voor hartpatiënten in Utrecht en Leiden verdwijnt: “In tegendeel: controles, poliklinische afspraken, voor- en nazorg en gesprekken over medicatie kunnen ook na concentratie van operaties voor patiënten plaatsvinden in het vertrouwde ziekenhuis.”
Verbitterd
Het UMC Utrecht, dat meende door de eerdere uitspraken van Kuipers’ voorganger Hugo de Jonge de buit al binnen te hebben, is nu vooralsnog de grote verliezer geworden in dit al vele jaren durende schaakspel. Het ziekenhuis reageerde kort en verbitterd op zijn website: “We zijn enorm teleurgesteld in het voorgenomen besluit van de minister om in de toekomst complexe interventies bij volwassenen en interventies bij kinderen niet langer in het UMC Utrecht te laten plaatsvinden.” De leiding van het ziekenhuis noemt het “onbegrijpelijk” dat in dit voorgenomen besluit “het belang van instellingen boven dat van de kwaliteit en continuïteit van zorg voor patiënten gaat”. Het UMC Utrecht was hard bezig het grootste concentraat voor medische zorg aan het kind te worden, getuige: “We betreuren ook dat de eerder ingezette concentratie van kinderoncologie in het Prinses Máxima Centrum nu weer deels teniet wordt gedaan.” Het ziekenhuis zegt “trots op onze zorgverleners” te zijn, “die zich altijd met hart en ziel hebben ingezet voor hun patiënten”, en beraadt zich op vervolgstappen.
Trots
Het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) zegt “heel blij” te zijn dat de minister de adviezen van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) ter harte heeft genomen en het UMCG als een van de twee centra heeft aangewezen. De Nederlandse Zorgautoriteit toonde zich eind vorig jaar uitermate kritisch over het besluit van het kabinet om de gespecialiseerde hartzorg voor kinderen weg te halen uit het UMC Groningen en het LUMC in Leiden. ‘Groningen’ stelt met trots vast dat het zich in de voorbije 75 jaar heeft ontwikkeld tot het Centrum voor Congenitale Hartafwijkingen en de enige plek waar zowel longtransplantaties, hart-longtransplantaties, hart-levertransplantaties én kinderlong- en levertransplantaties worden uitgevoerd.
Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam noemt het “fijn dat wij met deze zorg door kunnen gaan en dat daar vertrouwen in is”. En: “Wij beseffen tegelijkertijd dat het de andere centra, waar hartchirurgen, (kinder)interventiecardiologen, OK-assistenten en gespecialiseerd verpleegkundigen jarenlang met hart en ziel deze operaties en interventies hebben verricht, zwaar valt om dit niet langer in hun vertrouwde kliniek te kunnen doen.”
De eveneens buiten de boot gevallen centra van Leiden (LUMC) en AMC en VUmc (Amsterdam UMC), samen het Centrum Aangeboren Hartafwijkingen Amsterdam-Leiden (CAHAL) vormend, reageren eveneens teleurgesteld. “We zijn onaangenaam verrast door het voorgenomen besluit en we staan hier uiteraard niet achter”, stelt het LUMC.