UMC Utrecht: Studie gestart naar individuele behandeling van epilepsie
UTRECHT – Een bijzondere financiële schenking door de ouders van twee kinderen met epilepsie kan van invloed worden op de behandeling van verschillende vormen van deze hersenaandoening.
Het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC) maakte gisteren bekend deze ‘genereuze donatie’ te hebben ontvangen van het paar. De gift is bedoeld voor onderzoek naar meer individuele behandelingen bij patiënten met epilepsie. De ouders stellen er nadrukkelijk geen prijs op dat hun identiteit wordt prijsgegeven. Zij hebben dit zuiver gedaan uit liefde voor hun kinderen en uit betrokkenheid met de ziekte waarmee zij vrijwel dagelijks in hun gezin worden geconfronteerd.
Precisie
Het onderzoeksprogramma dat speciaal hiervoor is opgezet en met dit geld wordt gefinancierd, is inmiddels begonnen. UMC Utrecht gaat de 2 miljoen euro gebruiken voor onderzoek naar precisiegeneeskunde, waarbij meer gekeken wordt naar de persoonlijke omstandigheden van een patiënt. In Nederland hebben circa 120.000 mensen een vorm van epilepsie. Zo’n dertig procent van hen zou niet of onvoldoende op de beschikbare medicijnen reageren.
Epilepsie is een aandoening die zich uit in de vorm van aanvallen. Aanvallen of ‘insulten’ ontstaan door een plotselinge, tijdelijke verstoring van de elektrische prikkeloverdracht in de hersenen. Volgens het Epilepsiefonds tonen epileptische aanvallen zeer verschillend. ,,De ene patiënt raakt tijdens een aanval bewusteloos, valt en gaat schokken met armen en benen. De ander voelt vreemde tintelingen of hoort vreemde geluiden. Het bewustzijn kan verlaagd zijn. Of iemand staart een korte periode voor zich uit en reageert niet op aanspreken.” Epilepsie is overigens een verzamelnaam van verschillende ziekten, die zich op alle leeftijden kunnen voordoen.
Epilepsie wordt al vele jaren op dezelfde manier behandeld, terwijl er talloze vormen zijn.
Toch wordt de behandeling van epilepsie (ooit ‘vallende ziekte’ genoemd) al jaren ‘standaard’ met telkens dezelfde middelen begonnen: met middelen die ‘de storing’ in de hersenen onderdrukt. Inmiddels is duidelijk dat verschillende verschijningsvormen van epilepsie een andere aanpak behoeven. Wie precies welke behandeling nodig heeft, is onderwerp van ‘precisiegeneeskunde bij epilepsie’.
Anti-epileptica
Binnen de epileptologie is te lang uitgegaan van een one size fits all-benadering, zeggen de leiders van het onderzoeksprogramma in Utrecht: kinderneuroloog prof. Dr. Kees Braun van het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) en geneticus-onderzoeker dr. Bobby Koeleman van het Hersencentrum van het UMC Utrecht. ,,Patiënten van alle leeftijden en met zeer uitlopende oorzaken en verschijningsvormen van epilepsie krijgen daarbij anti-epileptica met een breed werkingsmechanisme. Anti-epileptica voorkomen aanvallen, maar ze hebben geen invloed op het uiteindelijke beloop van de epilepsie of de oorzaak ervan.” Volgens dr. Koeleman zal onder meer worden gekeken naar de toedieningsvormen en doseringen van medicijnen tegen epilepsie. ,,Toedieningsvormen kunnen voor een deel de oorzaak zijn van allerlei – soms nare – bijwerkingen”.
Binnen het onderzoek wordt gekeken naar genetisch onderzoek, epilepsiechirurgie en individuele voorspellingen van bijvoorbeeld risico op nieuwe aanvallen en het effect van behandelingen. Het bouwt verder op het werk dat de afgelopen jaren door de beide onderzoekers Braun en Koeleman en hun teams is verricht.