Nucleair geneeskundige Mark Rijpkema: Het principe werkt hetzelfde als glow-in-the-dark-stickers die je op veel kinderkamers ziet.

NIJMEGEN – Tumoren een lichtgevend ‘vlaggetje’ geven waardoor ze tijdens operaties duidelijker zichtbaar en ook van gezond weefsel te onderscheiden zijn. De Nijmeegse nucleair geneeskundige dr. Mark Rijpkema van het Radboudumc bedacht deze bijzondere methode die ‘het werken in het duister van het lichaam’ eenvoudiger maakt.

De uitleg wordt helemaal zonneklaar als Rijpkema vertelt: ,,Het principe werkt hetzelfde als glow-in-the-dark-stickers die je op veel kinderkamers ziet. Deze zien daglicht en zijn daardoor aangestraald. Vervolgens lichten ze op in het donker. Dit licht leidt de chirurg naar de tumor. Met een speciale camera ziet de arts precies waar het tumorweefsel zit.”

Uitdagingen

Want stel: je bent chirurg en je wil alle kwaadaardige weefsels tijdens een operatie wegsnijden, hoe weet je dan of je álles hebt gehad en niet iets hebt laten zitten dat kan verder groeien? Dát was de vraag die Mark Rijpkema van de afdeling Nucleaire geneeskunde in het Radboudumc zich stelde toen hij op zoek ging naar mogelijkheden om het chirurgen in de operatiekamer gemakkelijker te maken. ,,Chirurgen hebben nogal wat uitdagingen tijdens operaties”, zegt hij. ,,Soms zijn tumoren heel moeilijk te vinden, of zijn het er heel veel of zijn ze moeilijk te onderscheiden van ander weefsel.” Zo ontstond het idee om te onderzoeken hoe chirurgen tumoren beter kunnen zien tijdens een operatie, zodat kwaadaardig weefsel niet achterblijft.

Nucleair geneeskundige Mark Rijpkema over fluorescentie: ,,Vergelijk het maar met een zaklamp. Als je die tegen je hand houdt, gaat het licht er niet doorheen. Dat geldt ook voor de fluorescentie.” Foto: Radboudumc

Stapje voor stapje kreeg het onderzoeksteam, waaraan Rijpkema leiding geeft, het voor elkaar om heel speciale chemische stoffen te maken. Deze zogenaamde ‘tracers’ bleken goed bruikbaar om tumoren beter zichtbaar te maken. ,,Als eerste moest zo’n tracer zich ophopen in tumorweefsel en niet in normaal weefsel. Dat kan doordat kankercellen specifieke stoffen maken die je in normale cellen niet vindt. We gingen op zoek naar een tracer die zich aan die speciale stof kan binden.”

Expressie

In elke vorm van kanker zitten weer andere specifieke stoffen en is ook telkens een andere tracer nodig: ,,Nierkankercellen”, vertelt hij in een publicatie van zijn ziekenhuis, ,,brengen een andere stof tot expressie dan dikkedarmkankercellen. Maar bijvoorbeeld bij de meest voorkomende vorm van nierkanker heeft 95 procent van de patiënten een tumor waar de tracer zich aan kan binden. Dus een goede tracer is meteen relevant voor een grote groep patiënten. Voor mensen met dikkedarmkanker gelden soortgelijke percentages.”

Als er nog radioactiviteit in het lichaam is, dan zijn nog niet alle tumoren verwijderd.

Nu had het team dan wel een tracer die zich specifiek ophoopt in de tumor, maar de chirurg moet deze wel kunnen vinden. Om dat voor elkaar te krijgen, maakte Rijpkema de tracer fluorescent – zeg maar: fluoriserend, óplichtend in het donker.  Maar nog waren Rijpkema en zijn onderzoeksteam er niet. Want het kan gebeuren dat de tumor wat dieper verstopt zit, of dat er bijvoorbeeld wat vetweefsel overheen ligt, waardoor het lichtgevende stukje tumor niet te zien is. Rijpkema: ,,Vergelijk dit maar met een zaklamp. Als je die tegen je hand houdt, gaat het licht er niet doorheen. Dat geldt ook voor de fluorescentie.”

Radioactief

De oplossing? Radioactiviteit – ,,We maken de tracer behalve fluorescent ook radioactief”, zegt Rijpkema, ,,want dit gaat gemakkelijk door weefsel heen. Dit gebeurt in een heel lage hoeveelheid, zodat het niet schadelijk is voor mensen. Met een geigerteller meten chirurgen in de OK dan waar de radioactiviteit zich bevindt. En nadat de tumor verwijderd is, meten ze of er nog radioactiviteit in het lichaam aanwezig is. Als daar nog sprake van is, zijn nog niet alle tumoren verwijderd.”

Vijftien patiënten met nierkanker die aan het onderzoek wilden deelnemen, kregen de tracer voorafgaand aan de operatie via een infuus toegediend. Vervolgens keek de chirurg op de OK met een speciale camera of alle fluorescentie en radioactiviteit verwijderd was uit het lichaam. De operatie duurde met de nieuwe aanpak maximaal een kwartier langer, maar dat bleek geen belemmering te zijn: patiënten wilden graag meewerken. Rijpkema: ,,We hopen dat met deze methode hun overlevingskans vergroot, doordat artsen beter kunnen zien of alle tumorcellen uit het lichaam verdwenen zijn.”

De operaties duurden met de nieuwe aanpak maximaal een kwartier langer, maar dat bleek voor de patiënten geen belemmering.

Bij vijftien patiënten met nierkanker is de chirurg geleid door de lichtgevende vlaggetjes. De operaties duurden met de nieuwe aanpak maximaal een kwartier langer, maar dat bleek geen belemmering te zijn: patiënten wilden graag meewerken. Rijpkema: ,,We hopen dat met deze methode hun overlevingskans vergroot, doordat artsen beter kunnen zien of alle tumorcellen uit het lichaam verdwenen zijn.”
De resultaten van dit eerste onderzoek zijn nu gepubliceerd in het vaktijdschrift Theranostics en zijn veelbelovend, aldus het Radboudumc.