Leidse wetenschappers zoeken – vanwege het groeiende tekort aan donornieren – naar manieren om de noodzaak tot niertransplantatie te vertragen.
LEIDEN – Afgewezen donornieren weer geschikt maken voor transplantatie. Wetenschappers uit Leiden zijn ermee bezig. Ze proberen donornieren, die niet geschikt zijn voor transplantatie omdat sommige van deze organen niet ‘matchen’ met een bepaalde ontvanger, zodanig te bewerken dat ze uiteindelijk wel weer goed bevonden worden voor implantatie.
Internist professor dr. A.J. Rabelink, hoogleraar interne geneeskunde (in het bijzonder de nierziekten) aan de Universiteit Leiden, werkt aan methoden die mogelijk straks de overbrugging kunnen vormen voor de nu geldende gemiddelde wachttijd van drie jaar voor een donornier. Rabelink en zijn onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) zijn actief op meerdere fronten: 1. het herstellen van ongeschikt verklaarde nieren en 2. het kweken van een nier vanuit lichaamseigen stamcellen van de patiënt.
Anders gezegd, de onderzoekers uit Leiden zoeken intensief naar manieren om de noodzaak tot niertransplantatie te vertragen. Ze proberen niet alleen nieren te kweken maar 3. ook nieren op maat te bouwen.
Kweeknier
Alle denkbare mogelijkheden worden dus beproefd om het tekort aan donornieren te beteugelen. Door de noodzaak tot niertransplantatie te vertragen, nieren op maat te bouwen en nieren te kweken, proberen zij uiteindelijk de groeiende groep nierpatiënten straks met allerlei methoden effectief te kunnen behandelen. Toch is het kweken van een nieuwe ‘eigen nier’ voor de patiënt nog niet onmiddellijk een optie die binnen handbereik is. Het is een zaak van vele jaren. Dichterbij lijkt te liggen: de ‘refurbished’ donornier, zeg maar de opgelapte nier, waaraan hoge medische eisen worden gesteld.
Bij ruim een kwart van de 60.000 nierpatiënten werken de nieren zó slecht dat ze zijn aangewezen op dialyse of transplantatie.
Eerst even het probleemgebied in kaart brengen: Nederland telt zo’n 60.000 nierpatiënten. Bij meer dan een kwart van deze patiënten werken de nieren zo slecht dat ze zijn aangewezen op dialyse of transplantatie. Nierdialyse vervangt de belangrijkste functie van de nier, het zuiveren van het bloed, maar gedeeltelijk. Binnen vijf jaar sterft zo’n 70 procent van de patiënten die zijn aangewezen op nierdialyse. Daarom staat een groot deel van deze patiënten op een wachtlijst voor een donornier. De overlevingskansen zijn met een donornier aanzienlijk groter. Het aantal beschikbare donornieren is echter gering en met een toename van het aantal nierpatiënten wordt de wachttijd alleen maar langer.
Lichaamsvreemd
Prof. dr. Ton Rabelink, wiens onderzoekgebied de regeneratieve geneeskunde is, zegt: ,,Afstoting van een donornier begint vaak in de bloedvaten van de nier. Door de cellen van deze bloedvaten van de donornier te ’reconditioneren’, zeg maar de conditie ervan te verbeteren, wordt de donornier minder als lichaamsvreemd gezien. De kans op afstoting neemt daarmee hopelijk drastisch af.” Dat gebeurt onder meer met zogeheten stromale cellen, die in álle weefsels zitten en ook overal een regulerende werking kunnen hebben. Rabelink: ,,Om dat te onderzoeken, gebruiken we transplantatieorganen die zijn afgekeurd. De stromale cellen zitten daarin en zijn, omdat ze gespecialiseerd zijn, veel beter voor hun taak toegerust dan de beenmergcellen.”
De gemiddelde wachttijd voor een donornier is, zoals gezegd, bijna drie jaar. Iemand die vaker is getransplanteerd, bijvoorbeeld omdat zijn/haar immuunsysteem geen genoegen nam met de nieuwe ‘lichaamsvreemde indringer’, bouwt na elke mislukte transplantatie antistoffen op wat een mogelijke match moeilijker maakt. De Donorwet die per 1 juli ingaat vergroot, volgens de Nierstichting, hoogstwaarschijnlijk het aanbod van donornieren. Maar: ,,Mensen die veel antistoffen hebben opgebouwd, komen daardoor hiervoor mogelijk niet in aanmerking.”
Tom Oostrom (Nierstichting): Als het onderzoek van professor Rabelink slaagt zal dit een doorbraak betekenen voor nierpatiënten.
Het onderzoek dat professor Rabelink uitvoert is overigens niet alleen voor nierpatiënten relevant; met de kennis kunnen ook doorbraken worden bereikt voor patiënten die op een hart, long of lever wachten, stelt de Nierstichting. Directeur Tom Oostrom reageert: ,,Als het onderzoek van professor Rabelink slaagt zou dit een doorbraak betekenen voor nierpatiënten, en dan met name voor nierpatiënten die moeilijk te matchen zijn en daardoor te lang op een donornier moeten wachten. Immers, als transplantaties succesvoller zijn, treden er minder complicaties op en zullen de wachtlijsten afnemen.”
Het werk van Rabelink heeft hiertoe zojuist een forse financiële injectie gekregen van de VriendenLoterij. Hierdoor kunnen de onderzoekers in het Leids Universitair Medisch Centrum de komende vier jaar werken aan de ‘refurbished’ donornier. Ook kan het LUMC dankzij de steun bioreactoren en kweekkamers voor stamcellen aanschaffen.

Prof. dr. Ton Rabelink: ‘Afstoting van een donornier begint vaak in de bloedvaten van de nier.’ foto: LUMC