MAASTRICHT – Harry Keijzer werd omver gelopen door zijn hond. Zomaar, speels dier…! Het gebeurde eind mei 2018. ,,Ik viel er niet eens door”, lacht Harry nu. ,,Mijn been wrikte en zei ‘krak’. Op twee plaatsen gebroken. Mijn kuitbeen is inmiddels hersteld, maar mijn scheenbeen wil maar niet.”
Het gebeurde in nauwelijks enkele seconden, toen Harry z’n hond aan het uitlaten was. Maar de gevolgen waren – en zijn – nog altijd ingrijpend. En vooral langdurig: drie ziekenhuisopnamen, enkele operaties, plaatwisselingen in zijn been, en behandelingen om daardoor ontstane infecties op te heffen. Die belemmerden al die tijd de aangroei van nieuw bot.
‘Ruim 80.000 botbreuken per jaar in Nederland’, vertellen de statistieken – 2.000 breuken genezen moeilijk… of niet
Van het ene op het andere ben je beenbreukpatiënt en tel je mee in de Nederlandse botbreukstatistieken. Die geven aan dat elk jaar circa tachtigduizend mensen worden getroffen door botbreuk, in het medische jargon ook wel ‘fractuur’ genoemd. Volgens de Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie, in Leersum, betekent dit er meer dan 200 mensen per dag door botbreuk worden getroffen en dat er elke 6 minuten iemand iets in zijn of haar lichaam breekt.
Onfortuinlijk
Als alles goed gaat, en meestal is dat gelukkig ook zo, dan groeit het botweefsel uiteindelijk weer aan elkaar. Maar in ongeveer 2.000 gevallen per jaar treedt echter geen goede genezing op. Dan vinden er dikwijls een of meerdere (her)operaties plaats en zijn patiënten soms jarenlang aan het sukkelen. Zoals Harry. Onfortuinlijke Harry…
Voor patiënten ‘met botbreuken die niet genezen kunnen’ is er in het Maastricht UMC sinds kort een gespecialiseerde poli, de zogeheten non-union poli. Vooralsnog de enige in zijn soort in Nederland. Op deze poli werken traumachirurgie, plastische chirurgie en orthopedie nauw met elkaar samen om tot een effectief behandelplan te komen.
Topfitte sporter
,,Ieder van ons brengt afzonderlijk zijn of haar expertise in het behandelplan in”, zegt traumachirurg Taco Blokhuis van het Maastricht UMC. ,,Dat is ook prettiger voor de patiënt, want hij of zij krijgt meteen alle invalshoeken te horen en kan meedenken over de verschillende mogelijkheden. Hij wordt veel meer onderdeel van het behandelteam. We stellen onszelf allereerst de ‘waarom’-vraag: wat zorgt ervoor dat het botweefsel niet geneest? Daar stemmen we de zorg in overleg met de patiënt vervolgens op af. Van diagnostiek tot nazorg.” Het zijn in het algemeen de complexere gevallen die zich op de poli melden. Soms is ook niet meteen een oorzaak aan te wijzen van het niet genezen van een breuk. ,,Van een topfitte sporter verwacht je een snel herstel, maar dat is niet altijd het geval. Dat vergt dan wel weer een andere aanpak dan iemand die ook nog andere complicaties heeft, zoals diabetes. ,,Het is echt zorg die op maat geleverd moet worden,” benadrukt Blokhuis.
Negen maanden na het ongelukkige voorval, bleek dat het botweefsel nog steeds niet aan elkaar gegroeid was.
Harry Keijzer werd na de botsing met zijn hond aanvankelijk in een ander ziekenhuis geopereerd en kreeg een plaat ingebracht. Bij controle in februari 2019, bijna negen maanden na het ongelukkige voorval, bleek dat het botweefsel nog steeds niet aan elkaar gegroeid was. ,,Alle schroeven in de plaat waren, op een enkele na, gebroken”, zegt Harry. ,,De diagnose die gesteld werd en de eventuele oplossing die werd aangeboden, gaven mij niet voldoende vertrouwen. Ik wilde een second opinion.” Uiteindelijk kwam Keijzer in het Maastricht UMC terecht. Bij traumachirurg Taco Blokhuis.
Blokhuis vermoedde een infectie en dat bleek uiteindelijk ook het geval. Er volgde meteen een behandelplan. ,,De oude plaat en gebroken schroeven werden uit mijn been gehaald en ik kreeg antibiotica via een infuus toegediend”, vervolgt Harry ,,Dit betekende ruim twee weken het ziekenhuis in. Na acht weken werd de uiteindelijke hersteloperatie uitgevoerd en tien dagen na de operatie kon ik eindelijk naar huis. Maar… omdat de wond niet goed heelde, hebben ze afgelopen december nog een plaatje uit mijn been verwijderd. En er werd weer een infectie gevonden. Nog eens 25 dagen het ziekenhuis in…”
De nieuwe foto’s van het been van Harry Keizer tonen: het botweefsel groeit weer!
Allerminst plezierig. ,,Maar ik ben wel blij dat ik adequaat en snel geholpen werd.” Harry Keijer benadrukt: ,,Ik merk wel dat bij dit soort complexe toestanden een goede controle en follow-up noodzakelijk zijn.” De nieuwe foto’s van Harry’s been – nu een maand later – tonen gelukkig al een wezenlijk verschil. Het behandelend team concludeert: ,,Er is weer botweefselgroei te zien. Zijn we blij mee.”
Harry voelt de stress langzaam uit zijn lijf wegtrekken en vervolgt: ,,Je komt er nu achter hoe belangrijk een stukje kundigheid én menselijkheid is. Je bent namelijk erg kwetsbaar. Mentaal is het heel zwaar, want ik loop nu al bijna twee jaar met deze ‘handicap’. Vooral die lange duur heeft een behoorlijke impact op je leven. Aanvankelijk denk je in weken, daarna in maanden en nu intussen in jaren. Dat is dan ook behoorlijk inleveren. Het breekt je… Over breken gesproken.”
Over botbreuken:
Een groot gedeelte daarvan ontstaat bij jongeren ten gevolge van een verkeers- , bedrijfs- of sportongeval. Een andere deel treedt op bij ouderen met osteoporose (botontkalking), waardoor kwetsbare botten al bij een klein incident kunnen breken. Door de toenemende vergrijzing zal het aantal botbreuken in Nederland sterk toenemen: tot zo’n 108.000 à 110.000 in de komende vijf tot zeven jaar. Overigens, niet elke botbreuk behoeft geopereerd te worden, naar schatting is dit de helft. Soms is acuut ingrijpen nodig, soms kan dat na een week tot 14 dagen, afhankelijk van het soort breuk. Als een breuk niet geopereerd hoeft te worden, dan wordt dit vaak met gips behandeld.
Op de foto van het Maastricht UMC het medisch team dat Harry Keijzer behandelt en begeleid: v.l.n.r.: traumachirurg Taco Blokhuis, orthopeed Jan Geurts en plastische chirurg Shan Shan Qiu Shao.
