SYDNEY/AMSTERDAM – Angst en depressie blijken hartpatiënten regelmatig parten te spelen bij hun hartrevalidatie. Dat constateren Australische onderzoekers van de Universiteit van Sydney in een nieuwe studie.
Bij mensen die een hartinfarct of een bypassoperatie achter de rug hebben, kunnen de spanningen zelfs een zodanige vlucht nemen dat zij deze cruciale herstelfase moeten onderbreken of zelfs afbreken.
,,Een wankele of slechte psychische conditie kan ervoor zorgen dat deelnemende patiënten inderdaad afhaken”, stellen de onderzoekers in het Europese tijdschrift voor preventieve cardiologie (Journal of Preventive Cardiology).
De leider van het onderzoek, Angela Rao van het Centrum voor Cardiovasculaire en Chronische zorg van de Universiteit voor Technologie, hield de mentale gezondheid van 4.784 hartpatiënten tegen het licht. Het ging om patiënten die tussen 2006 en 2017 in twee ziekenhuizen in de Australische hoofdstad voor hun hartproblemen behandeld werden en daarna dit nazorgtraject ingingen.
Achttien procent van de mensen (bijna een op de vijf), die deelnamen aan cardiale revalidatie, kampte met matige tot soms buitensporige angst of depressie, blijkt uit de studie. Een kwart van de deelnemers werd dermate gehinderd door depressie, angst of stress dat zij met de gedachte speelden om te stoppen met de revalidatie – hoezeer ze zich ook bewust waren van de consequenties van die stap.
,,Zorgverleners moeten zich inspannen om extra ondersteuning te bieden aan mensen met dergelijke psychische klachten, om hen toch in staat te stellen de volle voordelen te genieten van een door het revalidatieprogramma verbeterde fysieke en mentale gezondheid,” zei dr. Angela Rao tegen Australische nieuwsmedia.
Cijfers van de langdurige studie vertellen dat bijna een op de vijf hartpatiënten (18 procent) symptomen kende van matige tot extreem ernstige depressie. Meer dan één op de vier (28 procent) was matig tot extreem angstig. En meer dan één op de tien patiënten (13 procent) bleek ‘matig tot ernstig gestrest te zijn.
Veel hartpatiënten met dergelijke bijkomende problemen worden naar de eerstelijnszorg verwezen. En zeker de helft probeert zich staande te houden, zo goed en zo kwaad als het gaat, en leeft verder zónder begeleiding.
De duur van de vergoeding voor hartrevalidatie moet, zo nodig, uitgebreid
Volgens de Nederlandse cardioloog dr. Roderik Kraaijenhagen, deskundig op het gebied van hartrevalidatie, heeft ongeveer 70 procent van de hartpatiënten die getroffen is door een hartinfarct en opgenomen is geweest in het ziekenhuis, in meer of mindere mate last van angsten of depressie. Vooral de angst om te bewegen na het hartongeluk komt veel voor.
,,Niet zelden is zelfs tot een jaar na het infarct of de dotterprocedure sprake van verhoogde angsten of stress en depressies”, stelt Kraaienhagen desgevraagd. ,,Hartrevalidatieprogramma’s onderkennen dergelijke problemen wel degelijk. Daarom ook is er vaak een psycholoog bij betrokken. Maar hoe precies die ‘body-mind connectie’ – zeg maar de verbinding tussen hoofd en hart in het ontstaan van deze mentale problemen – werkt, weten we nog altijd onvoldoende.” Kraaijenhagen is adviseur van de Hartstichting.
De probleemgroep in dit natraject van de hartzorg is volgens Kraaijenhagen de groep patiënten met depressieve klachten. Zij vertonen de neiging behandel- en leefstijladviezen niet op te volgen en evenmin te verschijnen op de hartrevalidatie.
Overigens kritiseert hij de duur van het vergoedingssysteem voor hartrevalidatie. ,,Dat gaat uit van 120 dagen, terwijl bij vrij veel hartpatiënten de problemen na een jaar nog spelen. De mogelijkheid zou moeten bestaan om de begeleiding te hervatten, als nodig is.”