Onderzoek: 'Lipofilling bij totale borstreconstructie voor 350 vrouwen'

DEN HAAG – Het injecteren van eigen vetweefsel voor een volledige borstreconstructie na borstkanker (of na een preventieve borstverwijdering) maakt kans het alternatief te worden voor het siliconen implantaat.

Minister Bruno Bruins (medische zorg) wil dat er begin 2020 een studie wordt gestart naar de toepassing van ‘autologe vettransplantatie’ voor dit doel.

Dat betekent dat er een reëel alternatief in de maak is voor in wezen lichaamsvreemde borstprothesen, waarop al jaren veel kritiek bestaat – niet alleen vanuit het oogpunt van borstreconstructie, maar ook door vrouwen die uit vaak persoonlijke motieven hun borsten hebben laten vergroten.

De minister heeft dit onderzoekadvies overgenomen van het Zorginstituut Nederland om zo’n studie toe te staan per 1 januari 2020. Het betekent concreet dat deze behandeling voorwaardelijk wordt toegelaten tot het basispakket van de zorgverzekering.

Ook voor vrouwen die een verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van borstkanker als gevolg van een genmutatie, of daartoe hun borsten hebben laten wegnemen, kan het ‘verplaatsen’ van eigen wetweefsel een belangrijke oplossing zijn voor behoud van hun borst(en).

Plastisch chirurgen: Een waardevolle aanvulling op huidige behandelmogelijkheden

De Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) zegt in een reactie de toekenning door de minister ,,van groot belang” te achten voor borstkankerpatiënten. ,,Deze zogenoemde BRAVA-techniek kan vooral voor vrouwen die een borstsparende operatie of borstamputatie vanwege borstkanker hebben ondergaan, een waardevolle aanvulling op de huidige behandelopties zijn.”

Autologe vettransplantatie, ook wel AFT (‘autologous fat transplantation’) of lipofilling genoemd, is een operatietechniek waarbij met liposuctie vetcellen uit het eigen lichaam van de patiënt worden weggezogen, om vervolgens worden geïnjecteerd in gebieden waar een tekort aan vetweefsel bestaat.

Minister Bruins heeft voor deze BREAST II-trial 6,2 miljoen euro uitgetrokken, bedoeld om de effectiviteit en veiligheid van lipofilling als techniek voor een volledige borstreconstructie nader te testen. Maximaal 350 vrouwen kunnen hierdoor alsnog met lipofilling worden behandeld als totale borstreconstructie-techniek. Tien klinieken doen mee aan de studie.

Eerder, in 2015, toen de voorwaardelijke toelating autologe vettransplantatie ook al werd overwogen, kreeg het Zorginstituut Nederland negatieve adviezen van sommige belanghebbende partijen. ,,Op dat moment”, zo stelt de minister nu in een brief aan de Tweede Kamer, ,,werd de behandeling via lipofilling niet geschikt bevonden om op ruime schaal aan te bieden in het kader van een nevenonderzoek, omdat het ging om een (nog) niet bewezen (kosten)effectieve reconstructietechniek.”

Bovendien, zo vervolgt de bewindsman, was er voor patiënten die niet konden of wilden deelnemen aan dit onderzoek ,,voldoende aanbod was van alternatieve reconstructietechnieken, zoals het plaatsen van een borstprothese”

Sinds 2015 kijkt de samenleving anders aan tegen (niet-lichaamseigen) borstprothesen. Dit, mede naar aanleiding van alle negatieve (wereldwijde) aandacht omtrent borstprothesen in de afgelopen jaren. Volgens critici worden draagsters van deze prothesen na verloop van tijd veelal toch geconfronteerd met lekkages, waardoor (,,giftige”) stoffen in het lichaam terecht komen.

Campagne

Ruim twee weken geleden meldde het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) samen met de Borstkankervereniging Nederland (BVN) en de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) een campagne te hebben ontwikkeld, waarin alle vrouwen met borstimplantaten worden opgeroepen om regelmatig hun borsten te controleren op (pijnlijke) knobbeltjes en vochtophopingen. In het bijzonder wordt aandacht gevraagd voor het merk Allergan (type Biocell). 

Vrouwen met deze implantaten, die inmiddels wereldwijd niet meer worden geproduceerd en verkocht, lopen een verhoogd risico op ALCL, een zeldzame vorm van lymfeklierkanker.

Volgens het departement behoeft dit bericht geen reden te zijn voor paniek: ,,ALCL komt gelukkig maar heel zelden voor. De kans op het krijgen van deze ziekte in de borst bij siliconen implantaten is vastgesteld op 1 op 35.000 voor het 50e levensjaar. Dit loopt op tot circa 1 op 7.000 als een vrouw met implantaten de leeftijd van 75 jaar heeft bereikt. Dit komt neer op een kans van 0,014%.”  En áls deze vorm van lymfeklierkanker ontstaat, is het meestal goed te behandelen, stellen de drie partijen. ,,Ongeveer 95 procent van de vrouwen die ALCL krijgt, geneest. Alhoewel de kans op deze ziekte dus uiterst klein is, is het alsnog goed om te checken welke implantaten je hebt en of er iets aan de hand is.”