Bescherming van sommige Covid-19 vaccins tegen infectie is in de loop van de tijd al wel enigszins afgenomen
DEN HAAG – De Gezondheidsraad vindt een algehele derde prikronde met het coronavaccin tegen Covid-19 in Nederland vooralsnog niet nodig. Voorlopig zouden alleen mensen met een sterk verminderde weerstand zo’n (derde) ‘boosterprik’ dienen te krijgen.
Dat zegt de Raad in een vandaag uitgebracht advies. Volgens de Gezondheidsraad, adviseur van de minister van Volksgezondheid, is bij een deel van de gevaccineerden, bijvoorbeeld transplantatiepatiënten of mensen met een immuunstoornis, onvoldoende of geen afweerreactie op gang gekomen nadat ze eerder twee doses van een Covid-19-vaccin kregen.
Onverminderd hoog
Een derde dosis kan mogelijk de zogeheten ‘immuunrespons’ bij hen verhogen en daarom komt een aantal patiëntengroepen volgens de Gezondheidsraad ‘met hoge prioriteit’ in aanmerking voor zo’n aanvullende dosis.
Echter voor het overgrote deel van de Nederlandse bevolking is het ‘bijprikken’ tegen Covid-19 op dit moment niet echt nodig, oordeelt de Raad. De bescherming die sommige Covid-vaccins tegen infectie geven is in de loop van de tijd weliswaar enigszins afgenomen, geeft de Gezondheidsraad toe. ,,Maar dat geldt niet voor de bescherming tegen ernstige ziekte. Die bescherming is nog altijd onverminderd hoog, ook voor de deltavariant.”
Ouderen kwamen destijds als eersten in aanmerking voor de coronavaccinatie. Naar verwachting zullen de vaccins bij hen als eerste een verminderde bescherming te zien gaan geven. Dat zijn dan een boostervaccinatie aangeboden krijgen ligt in de lijn der verwachtingen.