VOORBURG – De eerste uitbraak van het coronavirus in Nederland heeft aan zeker tienduizend mensen het leven gekost. Dit blijkt uit voorlopige cijfers over doodsoorzaken in Nederland, die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vandaag publiceert. De cijfers komen op een moment dat de aanzet tot een tweede corona-hausse een feit is.

In de eerste zes maanden van 2020 overleden ruim 86 duizend inwoners van Nederland. Dat is bijna 9.000 meer dan in het eerste halfjaar van 2019 en ruim 5.000 meer dan in dezelfde periode in 2018.

Hogere sterfte

De hogere sterfte valt samen met de corona-epidemie in Nederland, stelt het CBS. ‘Vanaf maart tot en met juni 2020 stierven 7.797 mensen bij wie COVID-19, de ziekte veroorzaakt door het nieuwe coronavirus, was vastgesteld door de behandelend arts’, stelt CBS. Van nog eens 2.270 overledenen gaf de behandelaar of de schouwarts aan dat de doodsoorzaak vermoedelijke COVID-19 was. In totaal stierven dus 10.067 mensen bij wie vastgestelde of vermoedelijke COVID-19 de doodsoorzaak was. Van alle coronadoden ontving 60 procent zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz).

Ruim de helft van de overledenen aan vastgestelde en vermoedelijke COVID-19 tot en met juni was man: 5.345 mannen (53 procent) tegen 4.722 vrouwen (47 procent). Ook relatief gezien, per 100.000 inwoners, overleden in alle leeftijdsgroepen meer mannen dan vrouwen. Onder 75- tot 80-jarigen stierven relatief bijna twee keer zo veel mannen als vrouwen aan vastgestelde COVID-19.

De cijfers over doodsoorzaken zijn gebaseerd op doodsoorzaak-verklaringen ingevuld door een arts. Het CBS ontvangt deze verklaringen via de gemeente waar het overlijden heeft plaatsgevonden. Op dit moment heeft het CBS van bijna alle overlijdens in de eerste helft van 2020 deze verklaringen ontvangen (meer dan 97,5 procent).

Andere ziekten

De gemiddelde leeftijd van overleden mannen bij wie COVID-19 was vastgesteld was 79,7 jaar, bij vrouwen 83,8 jaar. Bij vermoedelijke COVID-19-slachtoffers lag de gemiddelde leeftijd van de overledenen iets hoger: 81,8 jaar bij mannen en 84,4 jaar bij vrouwen.

Uit de voorlopige CBS-cijfers blijkt eveneens dat tijdens het eerste halfjaar van 2020 ongeveer evenveel mensen overleden aan nieuwvormingen (waaronder vormen van kanker), hart- en vaatziekten, een psychische stoornis of ziekte van het zenuwstelsel (zoals dementie) als in dezelfde periode vorig jaar. Het aantal mensen dat overleed aan ziekten van ademhalingsorganen daalde vanaf april licht. Ook het aantal niet-natuurlijke doodsoorzaken, zoals ongevallen, zelfdodingen, moord en doodslag bleven bijna onveranderd. Definitieve conclusies kunnen getrokken worden als de cijfers over sterfte naar doodsoorzaken compleet zijn.