Hoogste rechter van Nederland: Nederlandse ziekenhuizen en artsen konden dit niet weten ten tijde van het gebruik.
DEN HAAG – Artsen en ziekenhuizen voelen zich niet aansprakelijk voor schade bij patiënten, veroorzaakt door inferieure PIP-borstimplantaten. De artsenorganisatie KNMG heeft dat laten weten aan de Hoge Raad, die dit standpunt volledig heeft overgenomen.
Ook de Hoge Raad vindt dat Nederlandse artsen, die in de periode 2000-2010 de Franse prothesen bij veel vrouwen implanteerden, de gebreken van deze implantaten niet ‘konden kennen’. De aansprakelijkheidsvraag speelt dan ook in het geheel niet, vindt de ‘hoogste rechter’ van Nederland.
Bedrieglijk
Het Franse bedrijf Poly Implant Prothese (PIP) bracht destijds de borstimplantaten van siliconen-gel op de markt, waarna ze veelvuldig zijn gebruikt. Volgens de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Geneeskunde (KNMG) heeft de producent gedurende een aantal jaren met de fabricage en keuring van deze implantaten op grote schaal gefraudeerd. ,,Zo is er bij de fabricage gebruik gemaakt van industriële siliconen in plaats van medische siliconen en heeft de producent de keuringsinstanties bedrieglijk misleid.”
Later werd ontdekt dat deze implantaten bij een groot aantal patiënten waren gaan lekken, beschrijft de artsenorganisatie. De handel en het implanteren van deze borstimplantaten is dan ook per april 2010 met onmiddellijke ingang verboden door de inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).
Lekkende implantaten
In Den Bosch loopt al geruime tijd een zaak waarin een patiënt een ziekenhuis aansprakelijk houdt voor de geleden schade door het lekken van het PIP-borstimplantaat. Het gerechtshof Den Bosch heeft in deze zaak vragen gesteld aan de Hoge Raad. ,,De Hoge Raad deelt nu ons standpunt dat artsen en ziekenhuizen niet aansprakelijk zijn voor schade als gevolg van de gebreken aan de PIP-implantaten”,
De uitspraak van de Hoge Raad laat zien, aldust KNMG, ,,dat wanneer een implantaat ten tijde van het gebruik naar gangbare medische inzichten geschikt wordt geacht (‘state of the art’), maar later gebrekkig blijkt, dit niet kan worden verhaald op artsen of ziekenhuizen die dit product hebben gebruikt. Hiernaast blijkt uit de uitspraak dat de grootschalige fraude van de producent van de PIP-implantaten maakt dat artsen en ziekenhuizen niet konden weten dat er industriële siliconen in plaats van medische siliconen werden toegepast. Het ziekenhuis is niet aansprakelijk voor schade die daardoor is ontstaan. Het gerechtshof Den Bosch zal op basis van deze beslissing van de Hoge Raad de zaak verder behandelen.
‘Zo goed mogelijke zorg’
De KNMG stelt dat artsen met richtlijnen werken ‘om zo goed mogelijke zorg te kunnen leveren aan patiënten’. ,,Medische hulpmiddelen, waaronder implantaten, worden in Nederlandse ziekenhuizen op grote schaal toegepast. Daarbij moeten zowel artsen als patiënten erop kunnen vertrouwen dat hulpmiddelen die zijn toegelaten tot de markt, veilig zijn voor patiënten. Artsen houden in het belang van hun patiënt altijd het verloop van de behandeling scherp in de gaten. In diverse kwaliteitsregisters vermelden zij bijwerkingen van hulpmiddelen, die de kwaliteit en veiligheid van hulpmiddelen en medicijnen ten goede moeten komen.” Aldus de artsenorganisatie.
- Mijn commentaar: De artsenorganisatie KNMG noch de Hoge Raad reppen met geen woord over de fysieke en mentale ellende waarmee talloze Nederlandse vrouwen (en hun partners en/of gezinnen) te maken hebben gehad of nog altijd kampen. Enige compassie met de talloze gedupeerden van dit (zoveelste) borstimplantaten-schandaal klinkt in het geheel niet door. Bijna lijkt het alsof de artsenorganisatie gnuivend jubelt dat zij heeft gewonnen van al die klagende patiënten, die de verantwoordelijkheid wilden neerleggen bij de ziekenhuizen en hun artsen. Haar benadering is buitengewoon kil en in zichzelf gekeerd. Eén enkele zin in de communiqués over het patiëntenverdriet was voldoende geweest om een ander beeld van betrokkenheid te schetsen. Er valt voor deze doktersorganisatie nog een wereld te winnen in het menselijk communiceren met patiënten, die toch hun ‘core business’ behoren te zijn…